21 zijner bedieningbloedstortingkwetsing of ziekte veroorzakende. (M. R. Afl. 1516.) Oplichting. S.D.dd. 21 Dec. 1900. No. 499. Het is geen wettelijke vereischte, dat voor elk element van een misdrijf, naar eisch van rechte het bewijs is geleverd. (M. R. Afl. 1516.) Reclame. Disp. dd. 4 Jan. 1901. No. 510. Art. 211 C. W. is in reclame zaken niet toepasselijk. Een extra rapport van een sergeant-wachtcommandant is nooit en kan ook nooit gemaakt worden tot een schriftelijk bescheid in den zin van art. 381. Regl. Strafv. (M. R. Afl. 1516 Militaire rechtspleging. Yoorloopige informatiën. Vervolg. (M. R. Afl. 17.) Desertie. Arrest, dd. 18 Jan. 1901 No. 713. Tweemalen kort op elkaar volgende deserties moeten als één voort gezet misdrijf worden beschouwd en in één vonnis berecht worden. (M. R. Afl. 17.) Reclame. Met naschrift van Mr. C. A. Bergsma. Dispositie dd. 7 Dec. 1900 No. 475. Indien reclamant door den chef van den strafoplegger wegens verregaande oneerbiedigheid'''' reeds gestraft is, behoort de krijgs raad zich terzake van verregaande oneerbiedigheidvan verder straf opleg gen te onthouden. (R. No. 4.) Voeging in militaire zaken. S. D. van 12 Oct. 1900. Waar in eersten aanleg zaken afzonderlijk zijn behandeld, is, vol gens de bepalingen van liet gemeene recht art. 194 jcto art. 199 Straf vordering voeging dier zaken in appèl uitgesloten, doch die voeging is in militaire zaken, in hooger beroep onderworpen aan het oordeel van het Hoog-Militair-Gerechtshof, niet verboden. (R. No. 4.) Begrip van feite lijke insubordinatie. Vonnis van 30 Augustus 1900. Het aangrijpen van een meerdere door een mindere is dan alleen als daad van geweld straf baar, wanneer het gescheidt om den meerdere eenigen dwang dan wel eenige mishandeling aan te doen. Onbevoegdverklaring door den krijgsraad. Verwijzing naar de disciplinaire autoriteit. (R. No. 4.) Voortgezette han deling. Niet ontvankelijkheid. S. D. van 21 Dec. 1900. Waar aan be klaagde verschillende feiten zijn ten laste gelegd, die eene voortgezette han deling vormen, voor welk complex van feiten hij leeds disciplinair is ge straft geworden, moet eene later ingestelde strafvordering wegens een of meer dier feiten niet ontvankelijk worden verklaard. (R No. 4 Insu bordinatie. Beleedigende uitdrukking. S'. D. van 4 Jan. 1901. Het woord vkunnpeV tegen een meerdere in rang gebezigd, terwijl de spreker een mindere zich vertoornd toont overeene hem opgelegde disciplinaire straf, heeft eene minachtende beteekenis; het bezigen daarvan levert derhalve op, insubordinatie door woorden, iR. No. 4.) XVII. Internationaal recht. Oorlogspolitiek en oorlogs- gebruiken. Ueber die Haager F rieden skonferenz. (Sehw. B. Dec.) Les lois de la guerre et la conférence de la Haye. (R. M. S. Jan.) Les résultats poli-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 537