39 bataljon, Durham Light Infantry, dat op de vlakte aan het oefenen was, bood een dankbaar doel aan de vuurmonden der federalen, die, nadat dit korps zich snel geborgen had, 't vuur openden op de marine-brigade, welke ruim een half uur noodig bad om het zware geschut in actie te brengen. Toen begon de artilleriestrijd, die meer dan twee uren duurde. Het West- Yorkshirere giment rukte naar de rivier op en bezette een kopje aan den Zuidelijken oever, doch bleef verder werkeloos, omdat het hevige vuur, zoo uit 't geschut als uit de Maxims en de Mausers, met totale vernietiging bedreigde als de dek kingen mochten verlaten worden. Inmiddels had eene sterke afdeeling federalen om den Oostelijken vleugel der Britsche linie eene diversie ondernomen, tot zij gestuit was op de daarheen gezonden bereden infanterie, welke het bruggehoofd bezet hield. Ook in het Westen hadden de Boeren de rivier bereikt en die reeds overgetrokken toen generaal Warren Juno's kopje bezette en gesteund door het vuur der bij Elandslaagtestation opgestelde 5" kanonnen het voortrukken der Boeren daar belette. In den namiddag trokken de Boeren terug, niet omdat zij daartoe ge dwongen waren, doch omdat de verkenning den Engelschen tot krachtsontwikkeling had genoopt en dus geslaagd mocht heeten. Op den dag van Botha's krachtigen aanval, waren ook Boe- renafdeelingen van uiteenloopende sterkte opgemerkt bij Wee- nen, Dewdrop en Helpmekaar. Die manoeuvres der Boeren maken wel den indruk, dat Botha toen heeft willen uitvor- schen of het isoleeren van Buller's troepen uitvoerbaar was. Den llen zetten de Boeren den strijd voort, blijkbaar met de bedoeling het kamp aan de Zondagsrivier af te snijden van Ladysmith; dit mocht echter niet gelukken, 's Anderen daags keerde Botha naar 't hoofdkwartier te Glencoe terug. Drie dagen bleef 't nu rustig, den vierden, 16 April, werd er weder geschermutseld bij Wesselsnek, evenzoo in den nacht van den 17™ op den 18™ door veldkornet Viljoen bij de Zondags- rivier. Den volgenden ochtend weder tusschen de African Light Horse en de Boeren, 11 K. M. ten Westen van Elandslaagte. Het is met 't oog op de onvolledige berichten niet wel mo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 53