IETS OVER DE BETEUGELING DER CLANDESTIENE PRO STITUTIE IN HET BELANG ONZER MILITAIREN. Ofschoon zulks met cijfers niet te bewijzen is, mag aange nomen worden, dat de clandestiene prostitutie, die hoofdbron van venerische besmetting onzer militairen, in enkele garnizoenen, een, met het oog op de verspreiding van venerische ziekten, belangrijke hoogte bereikt heeft. Waar nu het toezicht op de prostitutie aan de politie is toevertrouwd, ligt het voor de hand, haar in de eerste plaats voor de schadelijke gevolgen, welke daaruit voortvloeien, verantwoordelijk te stellen. Niettemin worde ook van militaire zijde eene krachtige actie onderhouden. G-unstige resultaten in deze zijn vooral bij een eendrachtig samen werken van militaire en civiele autoriteiten te verwachten. Welke middelen van bestrijding komen in aanmerking? 1°. Installatie van onder politioneel-militair en medisch toezicht staande bordeelenbeantwoordende aan de eischen, omschreven in mijn opstel over „bordeelen," en om de daar vermelde redenen. Maar het spreekt wel van zelf, dat van de efficaciteit van dit middel al daarom niet alles te verwachten is, daar onafhan kelijkheid ten allen tijde de vrije zinnelijke liefde zal blijven kenmerken. 2°. Krachtvol optreden cler politie tegenover niet ingeschreven openbare vrouwen. In de „verordening tot wering van de schadelijke gevolgen, welke uit de prostitutie voortvloeien", afgekondigd in de Java- Courant van 13 en 17 October 1899 No. 82 en 83 vinden wij o. a. hieromtrent de volgende bepalingen: „Alle beambten van politie, alsmede de hoofden van Kampongs „en Dessa's, ieder voor zooveel zijn ressort betreft, zijn verplicht „aan het betrokken districtshoofd en voor zoover de hoofdplaats Semarang betreft, aan den daartoe door den Assistent-Resident „aangewezen schout, aanwijzing te doen van de vrouwen, die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 576