45
n
P
II
n
P
n=0,01
n
P
n=0,01
0.05
0.173
0.035
1.00
50.00
0.700
1.95
92.83
0.204
0.10
0.69
0.103
1.05
53.43
0.688
2.00
93.75
0.182
0.15
1.55
0.172
1.10
56.77
0.666
2.05
94.75
0.164
0.20
2.73
0.236
1.15
60.02
0.650
2.10
95.29
0.144
0.25
4.24
0.302
1.20
63.14
0.624
2.15
95.94
0.134
0.30
6.04
0.360
1.25
66.14
0.600
2.20
96.51
0,114
0.35
8.14
0.420
1.30
69.01
0.574
2.25
97.01
0.100
0.40
10.50
0.472
1.35
71.73
0.544
2.30
97.44
0.086
0.45
13.10
0.520
1.40
74.30
0,514
2.35
97.83
0.078
0.50
15.91
0.562
1.45
76.72
0.484
2.40
98.15
0.064
0.55
18.92
0.602
1.50
78.98
0.452
2.45
98.44
0.058
0.60
22.08
0.632
1.55
81.09
0.422
2.50
98.69
0.050
0.65
25.39
0.662
1.60
83.04
0.390
2.55
98.90
0.042
0.70
28.80
0.682
1.65
84.85
0.362
2.60
99.07
0.034
0.75
32.29
0.698
1.70
86.51
0.332
2.70
99.37
0.030
0.80
35.82
0.706
1.75
88.03
0.304
2.80
99.56
0.019
0.85
39.40
0.716!
1.80
89.42
0.278
2.90
99.71
0.015
0.90
42.96
0.712
1.85
90.67
0.250
3.00
99.80
0.009
0.95
46.50
0.7081
1.90
91.81
0.228
Voorbeelden en Toepassingen.
1. Een schutter A heeft op de ringschijf na een lange serie
van schoten de helft zijner schoten binnen kring 10 gebracht
hoe verdeelen zich zijn schoten over de verschillende ringen'?
Daar ring 10 een straal heeft van 0.1875 M. zco is r50 (de
50 °/o spreidingsstraal van dezen schutter) =0.1875.
Voor ring 12 (r =0.0625 M.) is n A 0.33.
0.1875 lo
Met deze n komt overeen volgens de bovenstaande tafel 7.43 °/0.
Voor ring 11 (r =0.125 M.) is n -^ 0,67 en
0.1875 15
P 26,53 d.w.z. er vallen binnen kring 11 van de 100 schoten
26,53 treffers, daarvan liggen 7.43 in ring 12, ring 11 wordt
dus 26,53 7.43 19,11 maal getroffen.
Verschil
Verschil
Verschil
ts
O
~o