54 echter aanmerkelijk kunnen ontwikkelen, daar voortdurend de resultaten gemeld worden van alle wielrijders-oefeningen, in vele verschillende soorten van terrein en onder verschil lende omstandigheden gehouden. Van den Zuid-Afrikaanschen oorlog, waar geen georganiseerde wielrijderafdeelingen in het veld zijn geweest, werden ons uit den aard der zaak slechts enkele voorbeelden bekend van belangrijke diensten door berichtrijders per rijwiel bewezen. Dat vele Europeesche mogendheden echter niet hebben afge wacht, tot een eventueele oorlog hun de kostbare practische gegevens zou verschaffen om als leidraad te dienen bij de orga nisatie hunner wielrijderafdeelingen, behoeft geen verwonde ring te baren, want die ervaring zou zeker blijken te duur gekocht te zijn, wanneer de tegenstander, met zijne op theo retische gronden georganiseerde wielrijderafdeelingen een over wegend voordeel zou weten te behalen. Alvorens over te gaan tot het vaststellen" van eene organisatie voor een zoo belangrijk onderdeel in het militaire mechanisme van den staat, moet men zich zoo volledig mogelijk toerusten met de gegevens verkregen uit de reeds genomen proefnemingen. Als eerste vereischte geldt, dat men de uiterste grenzen vaststelle der diensten, die van een militairen wielrijder zijn te vorderen. Voorts moet onderzocht worden welke diensten verwacht kunnen worden van een goed geconstrueerd rijwiel, terwijl men zich verder een juist beeld trachte te vormen van den invloed, dien het terrein en de weersgesteldheid op den wielrijder kunnen uitoefenen. Uit deze meest aan de practijk van vredesoefeningen ontleende gegevens kan men zich dan een beeld vormen van de krijgshandelingen, waartoe een wielrijder - afdeeling geroepen kan worden. Hierop kan de organisatie grootendeels worden gebaseerd. Een voortdurend oefenen in vredestijd, het uitvoeren van bepaalde onderstellingen op afwisselende terreinen en onder alle weersgesteldheden kunnen dienen om de bruikbaarheid dezer organisatie aan de werkelijkheid te toetsen. Dat elke wielrijder niet de volkomen geschiktheid bezit voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 68