57 Is de wielrijder in al deze zaken voldoende geoefend, dan volgt de opleiding in het rijden in gesloten afdeelingen. Mén ga hiertoe niet over, alvorens de man zijn rijwiel volkomen meester is, daar het storten van wielrijders onvermijdelijk het vallen van achter hen rijdenden tengevolge kan hebben, waar door allicht schade aan lichaam en rad kan worden veroorzaakt. Het rijden in colonne eischt eene strenge marschdiscipline. Het eigenaardige eener wielrijdercolonne ligt niet alleen in de snelle, gedruischlooze beweging, maar vooral in de afhankelijk heid der wielrijders onderling, daar alle belemmeringen in den gang der voorste wielrijders, zich bliksemsnel naar achteren voorplanten. De val van een voorman noodzaakt den daar achter rijdende om snel als de gedachte zijwaarts af te buigen en desnoods door de langs den weg loopende greppels of slooten, het terrein zijwaarts in te rijden en daarna weder op den weg terug te komen. Als normale marschvonn is de colonne met tweeën aan te bevelen, op zeer vele terreinen zal slechts met éénen kunnen worden gereden. De afstanden tusschen achter- en voorrad van twee opvolgende wielrijders zal 1 M. a 1.5 M. moeten bedragen. Een geoefende troep zal dien afstand kunnen verminderen tot 0.5 M- Op gunstige terreinen zal de marsch in front op 2 gelederen geen bezwaren opleveren, doch deze marschvonn zal steeds uitzondering blijven. In colonne zal de wielrijderafdee- ling vier maal de diepte hebben van eene infanterie-colonne, daar echter de opmarsch in linie in een vier maal sneller tempo dan dat der infanterie kan geschieden, is deze meerdere diepte geen groot bezwaar. Is de militaire wielrijder goed geoefend in het rijden in colonne, dan worden de practische oefeningen aangevuld met gymnasti sche oefeningen, welke moeten dienen om het zelfvertrouwen in den man zóó hoog te ontwikkelen, dat als 't ware geen ter reinhindernis meer voor hem bestaat. In de zeer moeilijke om standigheden waarin het Indische terrein hem kan plaatsen, zullen zelfvertrouwen en behendigheid den wielrijder van on berekenbaar nut zijn. Voorts worden bij dag en bij nacht oorlogs-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 71