58
marschen beoefend; pionieroefeningen zullen worden gehouden,
waarin het doel voornamelijk moet zijn het vernielen en her
stellen van kunstwerken, het laatste op zeer bescheiden schaal
met tijdelijke voor de hand liggende materialen.
"Verder komen in. aanmerking de practische verkennings- en
kondschapsdienst; de relaisdienst; de signaaldienst; het patrouille
rijden voor officieren en onderofficieren; de noodzakelijke vormen
om zich tot het gevecht te ontwikkelen en de opleiding tot
goede schutters. Dit laatste is zeker niet de allerminste eisch;
de omstandigheid echter, dat een goed sportsman bijna altijd
een goed schutter is, doet de verwachting ontstaan, dat de op
leiding tot goede schutters niet te bezwaarlijk zal blijken te
zijn.
Onder de noodzakelijkste vormen tot de ontwikkeling voor het
gevecht worden hier bedoeld
A. Tegen verrassende aanvallen
1° van voren of van achteren,
2° op de flanken.
B. Ontwikkeling tot het gevecht uit den eenen of den anderen
verzamelvorm.
Aan wielrijders kan men dezelfde opdrachten verstrekken als
aan afgezeten cavalerie, zooals het bezetten en vasthouden van
défilés en andere belangrijke terreinvoorwerpen.
De wijze van uitvoering dezer handelingen te beschrijven, ligt
niet in onze bedoeling; dit is de zaak der samenstellers van een
voorschrift betreffende de militaire wielrijders en meer nog van
den commandant der wielrijderafdeeling, die voor elk voorko
mend geval wel zijne bijzondere maatregelen zal dienen te nemen.
Ten slotte worden nog oefeningen aanbevolen met twee partijen
tegenover elkander en tegen gemarkeerde vijandelijke stellingen.
De bovengenoemde practische oefeningen moeten behoorlijk
worden afgewisseld door theoretische of schooloefeningen, te hou
den in het kwartier of het terrein. Tot de meest aanbevelens
waardige theoretische oefeningen behooreneene volledige kennis
van de samenstelling van het rijwiel en van al de onderdeelen daar
van met de meest gebruikelijke benamingen; handigheid in het