59
uit elkander nemen en weder inéénzetten der rijwielen; het
overbrengen van mondelinge berichten; de verplichtingen als or
donnans of als relaispost; de gedragsregels der verschillende
patrouilles- in den velddienst; het geven van optische seinen;
het aankweeken van terreinkennis en het orienteeren.
Van het kader moet bovendien vereischt worden bekendheid
met het kaartlezenhet vervaardigen van schetskaarten en rap
porten het doen van volledige, korte, schriftelijke mededeelingen
den verkenningsdiensthet verrichten van alle aan het rijwiel
voorkomende reparatiën; terwijl de studie van inlandsche talen
ten zeerste moet worden aangemoedigd.
Voor de rijwielen worden aanbevolen de zoogenaamde le klasse
rijwielen met pneumatische banden. Al deze rijwielen zijn voor
een militair doel geschikt. Het verdient echter de voorkeur rij
wielen te nemen van één zelfde constructie, waarbij de soliditeit
niet aan de lichtheid ten offer is gebracht.
Behalve aan de algemeene eischen snelheid, lichtheid en duur
zaamheid, worden aan het militaire rijwiel, met het oog op de
diensten, welke het te verrichten zal hebben, nog eenige bijzon
dere voorwaarden gesteld. 1°. Do pedaalstelling moet eenigszins
hooger zijn aangebracht dan bij de gewone en luxewielen het
geval is, opdat men niet de kans loope zoo licht in aanraking te
komen met kleine oneffenheden van den bodem, als boomwortels,
steenen, enz., zoodra van den grooten weg moet worden afge
weken. 2°. De opstap (step) moet niet aan de linker- maar aan
de rechterzijde der achtervork worden aangebracht, omdat de
wielrijder dan rechts van zijne machine kan afspringen, deze met
zijn linkerhand kan vast houden en zijn rechterhand vrij krijgt
om, hetzij snel een schot af te geven, hetzij eenige lichte beletselen
uit den weg te ruimen als anderszins. 3°. De stuurstang moet
niet te wijd zijn en de breedte hebben van een normalen mans
schouder, omdat men beter langs smalle paden kan rijden en
daarbij minder gevaar loopt de stuurstang te stooten tegen boo-
men, telegraafpalen, doornstruiken of personen, waarlangs men
rijdt en opdat men beter met tweeën, met vieren of met meer
kunne rijden. 4°. Alle vernikkelde deelen, die zich aan een rijwiel