74 voortdurend harceleeren en het voeren van eene uiterst actieve en stoutmoedige guerilla, doch eene guerilla, die de operatiën van het eigenlijke veldleger zooveel mogelijk vergezelt, opdat de eigen troepenmacht het meest mogelijke profijt kan trekken van de vele kleine slagen den vijand toegebracht, door op het gunstige moment zelf een grooten slag te slaan. In den Zuid- Afrikaanschen oorlog hebben wij weder het bewijs zien leveren hoe kleine, stoutmoedig optredende afdeelingen, aan 's vijands meest kwetsbare plaats, zijne communicatielijn, kunnen knagen en zijne krachten in het front kunnen ondermijnen door dien vijand te dwingen, een groot deel zijner troepen af te zonderen om zijne verbindingen afdoende te verzekeren. Het slopen dier krachten worde dan verder de taak van de zich actief gedragende hoofdmacht der eigen troepen. Niets is ontmoedigender voor een troep, dan die aanhoudende kleine slagen hem toegebracht, waarvan de directe gevolgen zijnont beringen van allerlei aard, het niet op tijd aankomen van mu nitie, van vivres, van kleeding en van allerhande onontbeerlijk materieel. Yan hun kant moeten de wielrijderafdeelingen er voor zorg dragen, dat de vijand niet in omgekeerden zin handelt op de eigen communicatie- of terugtochtslijn. Om goed aan deze opdracht te voldoen, moeten de wielrijders zelfstandig kunnen optreden en zullen zij zich, zoodra de beide legers voeling hebben bekomen, 's vijands opmarschwegen en stellingen verkend en zijne vleugels bepaald zijn, op den uiter sten vleugel van het leger moeten bevinden, om volle vrijheid van beweging te kunnen behouden en op de geschikte oogen- blikken hun slag te kunnen slaan. De tegenover elkander staande cavaleriekorpsen binden elkan der wederkeerig en voor de wielrijderafdeeling is nu de kans geopend om blijken te geven van datgene, waartoe zij in staat meent te zijn. Op goed geluk, doch met een bepaald doel voor oogen, ageert de commandant der wielrijderafdeeling in die richting, die hem het beste toeschijnt. Heeft hij eenmaal in opdracht bekomen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 88