76 opdat zij in zich kunnen opnemen, wat hun geleerd zal worden. Deze opleiding kan niet plotseling geschieden en men moet daarvoor den noodigen tijd en de gelegenheid vinden door in volle vredestijd reeds tot de organisatie en oefening dier afdeelingen over te gaan. Onder de officieren en minderen (Europeanen) in ons leger zijn voldoende elementen te vinden, die aan de voor wielrijder te stellen eischen in alle opzichten voldoen Recru teering uit het burgerelement onzer Europeesche maat schappij zal bovendien met succes kunnen geschieden. Door vele Indische jongelingen wordt de rijwielsport met bijzondere voor liefde beoefend. De eigenaardige omstandigheden waarin elke wielrijdertroep verkeert, houden haar in hoofdzaak aan het bestaande wegennet vast. Hiermede dient rekening gehouden te worden met de eventueel aan haar op te geven opdrachten. Oogenschijnlijk mag zulks een nadeel zijn te noemen, doch wanneer men over weegt, dat in onze Indische terreinen elke troepenafdeeling, voor hare beweging, ook voornamelijk aan het wegennet gebonden zal zijn, dan verliest het bovengenoemde nadeel veel van zijne beteekenis. Bovendien laten zeer vele voetpaden en ook de meeste droge terreinen de beweging van geoefende wielrijders toe, zij het dan ook met beperkte snelheid en over betrekkelijk geringe afstanden. Bij de hierboven reeds aangehaalde Keizermanoeuvres in Duitschland in 1897 hebben de bij de korpscommando's ingedeelde wielrijderafdeelingen steeds goed voldaan, zoowel in de ver- kennings-, kondschaps- en veiligheidsdienst als wat betreft het snelle overbrengen van bevelen, het bezetten en vasthouden van gewichtige vooruitgeschoven punten, het dekken van artil lerie, van proviand- en munitiecolonnes, enz. Ook bij de Fransche groote manoeuvres in den herfst van 1898 heeft de door den kapitein G-érard persoonlijk aange voerde wielrijdercompagnie, zeer belangrijke diensten bewezen. Gedurende deze manoeuvre was zij de onafscheidelijke gezellin van de cavalerie-divisie en trad zij steeds in verband daarmede op. De voornaamste opdrachten bestonden ook hier weder in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 90