78 het wielrijderkorps zich kan bewegen, maakt een gelijktijdig optreden zonder direct onderling verband niet alleen mogelijk, maar ook wenschelijk. De officiersafdeelingen moeten een be duidende gevechtskracht kunnen ontwikkelen en mogen dus vooral niet te zwak gemaakt worden. Aan het kader moeten alle patrouille-, verkennings- en kondschapsdiensten kunnen wor den toevertrouwd. Hierdoor is de commandant van het wiel rijderkorps in het bezit van een aantal „voelhoorns", die hem in staat stellen zich op de hoogte te houden van hetgeen in een streek lands van groote uitgestrektheid voorvalt. Verder zal er bij de organisatie rekening gehouden moeten worden met de omstandigheid, dat de wielrijderafdeeling een be langrijk procent harer sterkte zal moeten afstaan ten behoeve van, den ordonnance-dienst van het Hoofdkwartier en der verschil lende brigade-staven. Wat de beoordeeling der sterkte eener wielrijderafdeeling aangaat,' zoo is men tegenwoordig vrij algemeen van oordeel dat eene sterkte van 150 a 200 wielrijders de maximum sterkte van eene dergelijke afdeeling behoort te wezenalzoo ter sterkte eener compagnie infanterie op oorlogsvoet. De vroegere denkbeelden omtrent wielrijder-bataljons en -re gimenten worden niet meer gehuldigd en o. i. terecht, daar eenheid in de leiding van eene zoo sterke afdeeling met hare ei genaardige uitrusting, niet goed denkbaar is. Bij de Duitsche manoeuvres in 1897 traden bij de Noord-partij 700 a800 wielrijders gezamenlijk op, doch sedert dien tijd is men in Duitschland bijna algemeen de meening toegedaan, dat eene compagnie wielrijders als de grootste tactische eenheid beschouwd dient te worden. Eene afdeeling van 150 a 200 wielrijders is te velde volko men in staat zich zelve afdoende te beveiligen, zonder hierbij te veel van de krachten der manschappen te vorderen. Bij eventueele verrassingen is eene wielrijdercolonne van 150 man, meestal spoedig gereed om, in welke richting ook, tij dig een voldoend aantal geweren in het vuur te brengen. Als voorbeeld voor de sterkte eener wielrijderafdeeling geven wij de volgende cijfers:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 92