80
geheel op zich zelve te kunnen staan tot het verrichten van
alle reparatiën, enz.
Yan de Europeesche mogendheden zijn tot dusverre slechts
Frankrijk, Italië, België en Engeland in het bezit van tot tac
tische eenheden georganiseerde wielrijderafdeelingen, terwijl vele
mogendheden daarover blijkbaar nog doende zijn.
In Frankrijk werden in 1899 twee wielrijdercompagnieën
opgericht, elk ter sterkte van:
1
kapitein
4
luitenants
1
sergeant-majoor
8
onderofficieren
8
korporaals
4
werktuigkundigen
2
hoornblazers
100
manschappen.
De manschappen werden uit de verschillende korpsen van
het leger getrokken. Het korps is in administratie bij een der
bataljons jagers te voet. Iedere compagnie beschikt over twee
2-radige voertuigen elk met twee paarden bespannen.
In België werd sedert 1898 tot de oprichting van 2 wielrijder
afdeelingen besloten. Al spoedig daarop kwam de organisatie
van ééne compagnie tot stand, waarvoor de manschappen ge
trokken werden uit de korpsen karabiniers.
Ook in Italië zijn, op den voet der betreffende organisatie in
Frankrijk en in België, twee wielrijderafdeelingen opgericht.
Het personeel wordt getrokken uit de Bersaglieri.
De afdeelingen in de drie hierboven genoemde rijken zijn uit-
uitgerust met opvouwbare rijwielen. De bewapening bestaat
uit het verkorte infanteriegeweer of de karabijn.
In Engeland zijn, op voorstel van Lord Wolseley, in het kamp
van Aldershot 2 wielrijder compagnieën samengesteld, gerecru-
teerd uit een 40-tal regimenten infanterie. Welk rijwiel ge
bezigd wordt is ons niet bekend. De wielrijders zijn met het
Lee-Metford geweer bewapend.
Rusland heeft sedert 1891 in elk infanterie-regiment 8, in