81
elk jagerbataljon en cavalerieregiment 4 wielrijders. In 1897
werd eene afdeeling samengesteld, bestaande uit 3 officieren,
7 onderofficieren en 50 man, die als tactische eenheid gedurende
de groote manoeuvres van Bialystok zou optreden. De ver
richtingen dezer afdeelingen leidden tot de bijzondere tevre
denheid der autoriteiten, zoodat verwacht mag worden, dat ook
in Rusland wielrijderafdeelingen georganiseerd zullen worden
om als gevechtseenheid op te treden.
In Oostenrijk wordt sedert den winter van 1895 op 1896,
jaarlijks een wielrijdercursus gehouden, waaraan zoowel of
ficieren als onderofficieren en minderen van de verschillende
korpsen deelnemen. Gedurende de najaarsmanoeuvres neemt
gewoonlijk deze cursus, tot eene wielrijderafdeeling vereenigd,
als gevechtseenheid daaraan deel. Hoewel nog tot geen defi
nitieve organisatie van militaire wielrijders besloten is, wijzen
de omstandigheden er toch op, dat het voornemen daartoe be
staat, want in het nieuwe Velddienstvoorschrift (Felddienst
Reglement) wordt van het bezigen van militaire wielrijders,
voor bepaalde diensten bij manoeuvres en te velde, gewaagd.
In Duitschland worden jaarlijks reeds vrij belangrijke som
men op de begrooting gebracht (1898 310,000 mark en 1899
254,000 mark) om tot de aanschaffing van rijwielen te worden
bestemd. Van eene organisatie van zelfstandige wielrijderaf
deelingen is tot dusverre nog niets bekend, doch de proeven in
die richting genomen, wijzen er op, dat binnenkort de samen
stelling van dergelijke afdeelingen verwacht kan worden. Bij
het IXe legerkorps (Graaf Waldersee) worden reeds sedert eenige
jaren wielrijderdetachementen tot eene sterkte van 60 man
als tactische eenheden aangewend en van zelfstandige opdrach
ten voorzien.
De ondervinding heeft o. i. nog niet voldoende uitgemaakt
welk rijwiel, het opvouwbare- of wel het gewone- voor oorlogs
doeleinden beslist de meest voordeelige eigenschappen aanbiedt
en het zal daarom overweging verdienen om bij eventueel te
nemen proeven, beide soorten van rijwielen in gebruik te ne-
Dl. I, i901. 6