86 Zóó, waar zich voorstelt, dat de inlandsche luitenants niets.- stuitends zullen vinden in de verplichting om het leger te verlaten vóórdat zij kapitein mogen wordenmits het beginsel duidelijk vooropgesteld wordedat de officiersrang in hoofdzaak de brug zal zijn toteene civiele- positie. Is dat overeenkomstig hetgeen wij alom om ons zien? Is het voldoende een beginsel in eene bepaling of regeling voorop te stellen om gezonde opvatting, gezond begrip te waarborgen Staat voor het instituut der onderluitenants niet voorop, dat zij onder officieren zijn en waarborgt dit tegen misstanden, scheeve opvat ting, slechte toepassing, onvoldaanheid? Zal het feit, dat de inlandsche officier veel minder ontwikkeld is dan zijn Europeesche- ranggenoot, dat hij niet kapitein mag worden, dat hij in't leger slechts doortrekkend mag zijn, zal dat vereffend kunnen worden door een geschreven voorop gesteld beginsel, dat zelf groote onge lijkheid vaststelt. Juist dat beginsel legt van meet af aan iets stuitends in de verhouding der inlandsche tot de Europeesche- officieren, het stuitende van blijvende onmondigheid. Ergens roept uit: vEn thans herhaal ik met nadruk: men hoede zich zou het tot het scheppen van een instituut van inlandsche officieren kunnen komen voor het daarstellen van ongelijkheid tus- schen Europeesche en inlandsche off eieren van denzelfden rang,\ en in de practijk begint hij met principieel een groot verschil voorop te stellen. Zóó, waar hij zegt, dat op moet houden het begripdat geen Europeaan onder een inlander moet komen te staan. Als middel om daartoe te- komen, geeft schrijver slechts aan: gelijkstelling met Europeanen van- de inlandsche off eieren. Al mocht men decreteeren „er moet gelijkstelling zijn," dan zou zij er nog niet wezen. Ik ben minstens evenzeer voorstander van meer toenadering tot gelijkheid als maar daarom baseer ik nog geen stelsel op dien wensch. Meestre- vende om in de toekomst hopelijk meer gelijkheid te brengen on der de broeders van ongelijkheid in kleur, godsdienst, afkomst,, levenswijze, levensopvatting, gewoonten, enz., enz., neem ik als uitgangspunt den toestand, die er is, zooals hij is. Slechts zeer langzaam zal versmelten de gemoeds- en gevoelstrooming, die van Europeaan tot inlander, van een en ander weer tot den halfbloed, en omgekeerd trilt. Hier en daar uitzonderingen zonder letsel,, in en buiten het leger, in en buiten dienst, gisteren en morgen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 100