94
schappij niet noodighet is bedroevend genoeg, dat zij daarvoor
aan hunne eigenlijke levensbestemming onttrokken moeten wor
den; er is humor in de tegenstelling tusschen den ernst der
vertooging over de gemoderniseerde rechten der vrouw en de
kwalijk verborgen lust, waarmede zij die rechten prijs geeft, zoo
dra maar een geschikte huwelijkscandidaat zich aanbiedt.
Inlandsche luitenants daarentegen ik hoop, dat ik geslaagd
ben dit aan te toonen zijn wèl noodig, broodnoodig.
Om te eindigen met een lach over mijn van gebrek aan zelf
kennis getuigend „Lang zal ik het ditmaal niet maken" aan het
.begin van dit opstel.