Ill gen over de noodzakelijkheid van eene expeditie naar Boni nogal uiteenliepen en dat velen de mogelijkheid om langs politieken "weg de tusschen onze Regeering en Boni gerezen moeilijkheden uit den weg te ruimen, volstrekt niet uitgesloten achtten. We nullen ons met die quaestie niet bezig houden en ons bepalen tot het bespreken van wat op militair gebied aandacht verdient. De verhouding met Boni was niet plotseling ongunstig gewor den; neen, reeds jaren vermeende de Regeering redenen te heb ben zich over haren bondgenoot te beklagen. Reeds in 1856 was door den gouverneur te Makassar, kolonel de Brauw, het voorstel gedaan Boni met kracht van wapenen te dwingen tot herstel onzer grieven. Ondanks den gespannen toestand was verzuimd in Boni de gegevens te verzamelen, die de kansen van slagen eener eventueel uit te zenden expeditie konden verhoogen. De gelegenheid hiertoe heeft zich voorgedaan ondanks Boni's weinig vriendschappelijke, zij 't ook nog niet vijandige gezind- ieid. Dr. Matthes, de orientalist, was aan het hof ontvangen; een kundig officier zou zonder bekendstelling zijner qualiteit dien geleerde een voor het legerbestuur nuttig metgezel hebben kunnen zijn. Aan bevoegde en kundige officieren, genegen om de taak van spion, als men wil, op zich te nemen, zou het toch rzeker niet ontbroken hebben. Evenwel men liet het na en ver genoegde zich met de gegevens in de archieven aanwezig, ge gevens niet geheel betrouwbaar al zoude het slechts zijn wijl zij vele jaren te voren waren ingezameld. Het legerbestuur mocht voor dat verzuim niet aansprakelijk worden gesteld, wel de Regeering, die uit verkeerd begrepen zui nigheid aan het leger een Generalen Staf onthield. In September 1858 werd eindelijk in den Raad van Indië be- -sloten tot het zenden van eene expeditie naar Boni, doch eerst medio November d.a.v. kregen de commandanten van het leger •en van de vloot de opdracht de noodige voorstellen te doen. Waaraan dat getalm moet worden toegeschreven, weten we niet; dat er veel kostbare tijd mede verloren is gegaan valt niet te loochenen. Nadat reeds den 17en November de voorstellen der beide auto riteiten waren ingekomen, duurde het nog tot 21 December alvorens het Gouvernements Besluit, waarbij de samenstelling

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 125