113
i-aanwezig geweest, der expeditie zou veel ellende bespaard zijn
^gebleven.
Aangezien het in de bedoeling lag eene sterkte op te richten,
ware het rationeel geweest de expeditie eenige stukken positie-
geschut mede te geven, ten einde de te bouwen benting ermede
te bewapenen. Gaarne geven we toe, dat aan die kanons met
"R oog op de bewapening van de te verrijzen sterkte niet zoo
heel spoedig behoefte zou zijn, maar neemt men in aanmerking,
•dat de mobiele artillerie slechts bestond uit mortieren en kanons
van 3 'ffi. en van 6 ffi., en dat men er van overtuigd was, dat
Boni en Pasempa hardnekkig verdedigd zouden worden, dan ge-
looven we, dat een paar stukken van zwaarder kaliber uitste
kende diensten zouden hebben kunnen bewijzen bij een aanval
op 's vijands stellingen. Het feit, dat, kort nadat de oorlog was
-verklaard, van Soerabaja eenige stukken belegeringsgeschut wer
den aangevraagd, spreekt wel voor de juistheid onzer opmerking.
Ten aanzien van de leiding der expeditie wenschen we nog
■op te merken, dat ons de keuze van den kolonel Waleson als
2e bevelhebber minder gelukkig toeschijnt. Niet omdat we ver-
meenen, dat die hoofdofficier de voor die betrekking gewenschte
eigenschappen miste, maar eenvoudig omdat de kolonel eerst kort
voor het uitzeilen der expeditie van verlof was teruggekeerd
en derhalve niet voldoende voorbereid naar het oorlogsterrein
trok. Bovendien wat meer wederzijdsche sympathie tusschen
•den bevelhebber en zijne rechterhand zou de zaak niet geschaad
hebben. Of daarmede rekening werd gehouden, weten we niet.
In Hooyer's Krijgsgeschiedenis vinden we aangeteekend, dat
den 23en Januari de vloot grootendeels voor Bonthain was ver-
•eenigd en dat de kolonel Waleson met eenige schepen, waarop
het 3e bataljon, naar Sindjaï werd gezonden zonder op de hoogte
der zaken te zijn gebracht. Reeds vóór den aanvang der expe-
ditie werd de tweede bevelhebber belast met eene zending, die
met minder bezwaren aan een ander hoofdofficier had kunnen
worden toevertrouwd. Blijkbaar zat bij die zending de bedoe
ling voor den .kolonel Waleson van het hoofdkwartier te verwij.
«déren, en hem op die wijze te beletten kennis te nemen van de
plannen. Dat door aldus te handelen 's lands belang ernstig ge
schaad zou kunnen worden, scheen generaal Steinmetz niet te kun-