115
merk van den bevelhebber om niet onmiddellijk naar Boni op te
rukken, we weten het niet. Zooveel is zeker, dat van de aan
wezigheid der cavalerie geen partij werd getrokken en dat dit
wapen eerst bij de tweede expeditie in de gelegenheid werd ge
steld te toonen, dat het de taak der andere troepen in meer dan
één opzicht wist te verlichten.
De algemeene verordeningen bij het debarkement te volgen
geven ons aanleiding tot de volgende opmerkingen. In punt 1
werd bepaald, dat de manschappen de sprei aan boord moesten
laten. Welke bezwaren opwogen tegen het voordeel de sprei
b. v. en bandoulière mede te voeren, vonden we nergens ver
meld. Waar een bivakkeeren in het vooruitzicht is, mag de sprei
waarlijk wel als een onmisbaar deel van 's mans uitrusting wor
den beschouwd.
De punten 11 en 13, waarin bepaald werd, dat de tandoes der
compagnieën aan boord moesten blijven en geen landingsvivres-
mochten worden ontscheept, doen vermoeden, dat een snel op
rukken niet in de. bedoeling des bevelhebbers lag. Toch was dit
met 't oog op 't vergevorderd seizoen dringend noodig, terwijl
bovendien talmen geen ander gevolg kon hebben dan het ver-
hoogen van 's vijands overmoed.
Vooral tegen den inlandschen vijand mag men niet dan in de
uiterste noodzakelijkheid werkeloos blijven, omdat dit ver strek
kende politieke gevolgen kan hebben.
De le expeditie kenmerkte zich door een geest van weifeling,
een totale afwezigheid van lust tot krachtdadig optreden. We
zullen waar dit er toe leidt de juistheid dezer bewering ook op
andere gronden trachten te bewijzen en kunnen ons het verschijn
sel niet anders verklaren dan uit het overschatten van 's vijands
strijdkrachten en van de moeilijkheden, die het terrein naar men
meende zou aanbieden.
De verkenningen vóór dat de oorlog was verklaard, moeten wor
den beschouwd als wederrechtelijke handelingen, welke bovendien
niet de resultaten opleverden, die men zich er van pleegt voor te stel
len. Verkenningen waarbij alles moet worden vermeden om
vijandelijkheden uit te lokken, zullen toch zelden een juist beeld
kunnen geven van's vijands positie en strijdkrachten. We zullen
die verkenningen, weinig belangrijk als zij uit een tactisch oog-