120 onder den kolonel Waleson mocht men het niet tot een gevecht laten komen. Wat nu met die verkenning werd beoogd, vonden we nergens vermeld; niet onwaarschijnlijk is het, dat kolonel Wale son moest onderzoeken of het terrein ten Noord-Westen van het bivak een opmarsch naar Boni begunstigde, terwijl tevens de paarden, die zoo'n geruimen tijd op het scheepsdek hadden door gebracht, beweging zouden kunnen nemen. Van meer belang was de groote verkenning op den 16en met nagenoeg de geheele expeditionnaire macht; t.w. twee bataljons infanterie, een eskadron cavalerie, eene halve compagnie genie troepen, eene halve 3 t6. batterij en eene sectie mortieren. De kolonel Waleson schreef in zijne „Bijdrage enz." niet te ge. gelooven, dat de generaal Steinmetz het plan had zoo mogelijk dienzelfden dag op te rukken naar Boni en grondde die meening op het niet medevoeren van de geheele artilleriemacht. Wij constateeren wederom, dat de kolonel Waleson, de tweede bevel hebber, niet met zekerheid wist op te geven, welke de plannen waren van den man, dien hij eventueel moest vervangen en in wiens geest alsdan gehandeld had moeten worden. Het wil ons echter voorkomen, dat er omstandigheden waren, •die recht geven te onderstellen, dat de generaal wel voornemens was Boni te verkennen. De maatregelen genomen in het belang van de veiligheid van het bivak een bataljon was daarin achter gelaten, terwijl daags te voren de afsluitende verhakking was hersteld en twee houwitsers in batterij waren gebracht in ver band met het door den man medenemen van een ration vivres wijzen er ons inziens op, dat een marsch naar Boni in de bedoe ling lag. Uit het achterlaten van het grootste gedeelte der artil lerie zou mogen worden opgemaakt, dat de generaal er niet aan ■dacht Boni denzelfden dag nog aan te grijpen. Immers belegerings geschut was aangevraagd, omdat men meende, dat Boni zonder die geschutsoort niet te vermeesteren zoude zijn. De 6 K'. bat terij zou, ware Boni inderdaad in zoo goeden staat van verde diging gebracht als men vermoedde, toch niet met vrucht kun nen zijn aangewend, terwijl bij den marsch met 't oog op de on bekendheid met het terrein, het medevoeren der geheele artillerie wellicht aanleiding tot vertraging zoude hebben gegeven. Dat de generaal Steinmetz, na het vrij voorspoedig ageeren der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 134