DE MILITAIRE STRAFGEVANGENIS TE TJIMAHI. Op den 27en Maart is te Tjimahi aan den Europeesch gevan gen fuselier Kleveringa liet doodvonnis voltrokken; op den 12en October 1900 werden de' gevangen fuseliers Klooster en Peters bij sententie definitief door het Hoog Militair Gerechtshof \ei- oordeeld tot de straf des doods met den kogelin datzelfde jaar werden meerdere inlandsche en Europeesche militaire gevangenen veroordeeld tot 5 jaren gevangenisstraf en meer, ziedaar eenige sprekende feiten, die op de treurige resultaten wijzen van ons militair gevangeniswezen. Met deze voorbeelden voor oogen kan men moeilijk beweren, dat de militaire gevangenis in Indië voldoet aan den voornaam- sten en meest dringenden eisch, die voor elke strafinrichting gesteld moet worden, namelijk, dat de daarin geplaatste indi viduen na hun straftijd als verbeterd en weder geschikt voor de samenleving in de maatschappij kunnen worden ontslagen. Het schijnt, dat men in het militaire de gevangenis nog be schouwt als waarschuwend voorbeeld, als groote bangmaker, als het schrikbeeld voor den soldaat, maar dat men niet heeft ge loofd aan verbetering en opvoeding van veroordeelden. Men is in dit opzicht conservatief gebleven en vat de opsluiting in eene strafinrichting blijkbaar op als eene gestrenge doch rechtvaardige vergelding van het misdrijf, die ook anderen van het kwaad terug moet houden. Het hoofddoel verbetering en opheffing van zwakke individuen en voorkoming van latere misdaden wordt misschien wel in woorden nagestreefd, maar de resultaten blijken in de practijk dan toch zeker hoogst onbevredigend te zijn. In waarheid, er kleven aan ons militair gevangeniswezen grove fouten, die zeer spoedig verbetering eischen niet alleen in het belang van ons leger, dat helaas elk jaar grooter contingent aan de gevangenis levert, maar ook in het belang van vele ongeluk- kigen, die eenmaal in die inrichting geplaatst, geen kans hebben

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 138