144
eenigszins bekomen te zijn van de vermoeienissen der zeereis,
nog acclimateeren, wennen aan het voedsel en daarna geschikt
gemaakt worden voor den eigenlijken transportdienst, zoodat het
maanden heeft geduurd voordat het leger over goede treinaf-
deelingen kon beschikken.
In het geheel waren van begin November tot begin Februari
20000 paarden en muilezels naar Zuid-Afrika gezonden.
Volgens de Army en Navy Gazette waren van 1 Juli 1899 tot
31 Maart 1900 uit verschillende plaatsen der wereld naar Zuid-
Afrika verscheept 59073 paarden en 32678 muildieren. In de
„Return showing the name, tonnage and speed of each vessel
to convey Troops, etc." vindt men, dat van dit aantal Engeland
alléén 30101 paarden leverde, Britsch-Indië 7344 paarden en 1156
muildieren; Italië 7454 muildieren; Spanje 6027 muildieren en
de Vereenigde Staten van Noord-Amerika 18022 muildieren. Van
deze dieren stierven onderweg 2500 stuks, dus ruim 2,7 °/0.
In Zuid-Afrika had men tot den 21en April reeds 28000 paarden
kunnen aankoopen.
Den 26en April verklaarde de onderstaatssecretaris van oorlog
Mr. Wyndham in het Lagerhuis, dat sedert 1 Januari 42000
paarden en 23000 muildieren voor Zuid-Afrika waren aangekocht,
waarvan reeds 44000 stuks verzonden waren. De sterfte onder
deze dieren was zeer groot. Vandaar ook, dat lord Roberts weken
lang te Bloemfontein moest blijven, voordat zijn transporttrein
geheel gereorganiseerd was. (Men rekent, dat per maand 5000
dieren sterven of totaal onbruikbaar worden). Als aanvullingen
werden verzonden in het einde van Februari 1700 paarden uit
Britsch-Indiëvan 1 Maart tot 15 Maart 4467 paarden uit Oosten-
rijk-Hongarijeop 31 Maart 536 paarden uit Canada; van 15 April
tot 15 Mei 20000 paarden uit Australië, Buenos-Ayres en Nieuw-
Orleans, terwijl in Mei wederom nieuwe aankoopen werden ge
last in Galicië en Amerika.
In het begin van dit jaar werd wederom de kapitein Heygate
van het Engelsche leger naar de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika gezonden om 50000 paarden en muildieren aan te koopen.
Zooals uit dit alles blijkt, is de behoefte aan dieren buitenge
woon groot en het kan dan ook geen verwondering baren, dat
lord Roberts na zijne aankomst te Kaapstad onmiddellijk trachtte