147 Als grondslag voor de verplegingsmaatregelen werd bij het be gin van den oorlog aangenomen, dat steeds voor vier maanden levensmiddelen ten behoeve van 117500 man en 51000 paarden en muildieren op het oorlogsterrein aanwezig moest zijn. Ten einde dit te verkrijgen, was het noodig enorme hoeveelheden te verzenden. Om een denkbeeld te geven van die hoeveelheden kan worden medegedeeld, dat als eerste voorraad werd noodig geacht 6000000 K.G. geconserveerd vleesch. 6000000 K.G. beschuit in bussen. 200000 K.G. koffie. 1100000 K.G. suiker. 400000 K.G. geconserveerde groenten. 200000 K.G. zout. 860000 blikken gecondenseerde melk. 750000 K.G. geleien. 360000 L. rum. 12000 fl. whisky. 32000 fl. portwijn. 200000 K.G. citroensap. 80000 K.G. aluin (tot desinfecteering v/h. drinkwater). 20000 K.G. tabak. 25000000 K.G. hooi. 31000000 K.G. haver. 3000000 K.G. zemelen. Deze voorraad werd wekelijks aangevuld door de toezending van 1500000 rations levensmiddelen. 1800000 K.G. haver. 400000 K.G. geperst hooi. De voeding bestond voor een Europeesch militair uit 1): 0.45 K.G. versch of gecondenseerd vleesch, welke hoeveelheid tot 0.55 K.G. werd vermeerderd, indien er overvloed aan versch vleesch was. 0.55 K.G. versch brood of 0.45 K.G. beschuit, bloem of meel. 0.225 K.G. aardappelen of versche groenten of 0.1 K.G. uien of één bord erwtensoep. 0.03 K.G. chocolade of 0.02 K.G. koffie of 0.01 K.G. thee met 0.09 K.G. suiker. 1) Lessons of the war in 8outh-Africa". Journal of the Royal United service Institution 1900.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 161