148 -
0.015 K.G. zout.
0.001 K.G. peper.
benevens per week 0.36 K.G. gelei.
De opperbevelhebber had het recht daarbij spiritualiën en
limoensap te voegen, indien hem dit gewenscht voorkwam.
De inlanders, die aan de colonnes waren toegevoegd, hadden
het recht op het volgende ration 1):
0.453 K.G. brood, beschuit of meel.
0.453 K.G. versch of geconserveerd vleesch.
0.056 K.G. suiker.
0.028 K.G. koffie of 0.014 K.G. thee.
0.014 K.G. zout.
In de hospitalen konden alle mogelijke lekkere schoteltjes wor
den verstrekt.
Per paard werd gerekend op 3.624 K.G. gras en hooi; per
muildier op 4.024 K.G. Ook op andere wijzen werd gewaakt voor
de gezondheid der militairen, nl. door toestemming te geven tot
het medenemen van tenten. Zoo werden per bataljon infanterie
78, per regiment cavalerie 54 tenten medegenomen.
De voorbereidingen voor den oorlog waren opgedragen aan een
„Committee of National Defence", waarin zitting hadden lord
Salisbury, Mr. Balfour, lord Lansdown, de hertog van Devon
shire en Mr. Goschen. De opperbevelhebber, lord Wolseley, had
alleen een raadgevende stem. Hij had zelfs niet het recht om
te vragen over belangrijke zaken gehoord te mogen worden. Enke
le beschikkingen van zeer groot belang zijn daardoor genomen
zonder zijne voorkennis of tegen zijne voorstellen in, zooals de
benoemingen van lord Roberts en lord Kitchener.
Sir Redvers Bulier was wel is waar op den eersten dag van
zijne benoeming aangewezen om de voorbereidingen te leiden en
om mede te werken die tot uitvoering te doen komen, maar
deze bepaling was slechts gemaakt „pour acquit de conscience"
en diende vermoedelijk alleen om dien generaal den 14en October
van Southampton te doen vertrekken met de overtuiging, dat
hij het commando zou voeren over een troepenmacht, die uitste
kend georganiseerd en voldoende sterk was.
1) Blatter fur Kriegsverwaltung Januari 1901.