fJ 161 in wiskundigen vorm feitelijk niet correct is gesteld. De gevon den uitkomst geeft slechts antwoord op de vraag, voor welke waarde van x de waarschijnlijkheid het grootst is, dat de kans van het verschijnsel gelegen is tusschen x en x 4- dx. Om het vierde vraagstuk op te lossen, redeneert men als volgt: De kans, dat het bewuste verschijnsel de waarschijnlijkheid x zal hebben, is volgens (3) xa (1 —x)b dx Trr \VX. Daaruit volgt dat de kans, dat het x" 1 x)h dx verschijnsel de waarschijnlijkheid x zal hebben en zich bij de volgende waarneming zal herhalen, gelijk is aan x Wx=Maar het samengestelde verschijnsel, xa 1 x)b dx dat het enkelvoudige de waarschijnlijkheid x heeft, en dat dit laatste, na zich bij n waarnemingen a maal te hebben voor gedaan, zich bij de n lsle waarneming herhalen zal, kan zich op verschillende wijzen voordoen; het is namelijk mogelijk voor alle waarden van x gelegen tusschen 0 en 1. Volgens het theo rema van de totale waarschijnlijkheid moet men derhalve, om de gevraagde kans te vinden, den vorm van x Wx integreeren tusschen de grenswaarden. Men heeft bijgevolg voor de gevraagde kans: xa 1 1-x)b dx W x W,= x" (1 b) dx b 1 a2 a -j- 3n - j-1 n-\- 2a -j- 1 a 1 b b 1 1 1 a -f b -+- 2 n 2 ■(5j. a-\-1 a-\- 2 n n-\-l Ten aanzien van de toepassing dezer formule valt alleen op te merken, dat men zich vóóraf vergewissen moet of de ver- sjqCI 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 175