169 kans, dat x zal zijn; m. a. w. voor de kans a priori, dat het gemiddelde trefpunt in het doel zal liggen W1 De kans daarentegen, dat het gemiddelde trefpunt nog in het doel zal liggeni als men 5 schoten en 1 schot heeft waargenomen, is ~x-gj- 5 of ongeveer -|- 2, zoodat het verkre- xs {1—x) dx gen resultaat de waarschijnlijkheid, dat men de juiste opzethoogte heeft gekozen, met heeft verminderd. Bij de afleiding van formule (4) Wmax is verondersteld, n dat dx een constante eene onafhankelijk veranderlijke factor is, zoodat enkel onderzocht diende te worden, voor welke waarde van x de vorm xa (1xf een maximum werd. Maar wanneer gevraagd wordt de waarschijnlijkste ligging van het gemiddelde trefpunt te bepalen, is dx niet onafhankelijk veranderlijk en moeten wij dz als zoodanig kiezen. Wij hebben er niets aan de waarde van x te kennen, waarbij de waarschijnlijkheid het grootst is dat de kans van het verschijnsel, (hier het schot) gelegen is tusschen x en x -f- dx, maar wij moeten de waarde van z kennen, waarbij de waarschijnlijkheid, dat het gemiddelde tref punt gelegen is tusschen z en z dz een maximum is. Het vraagstuk komt derhalve daarop neer, voor deze waarde van z de correspondeerende waarde van x te bepalen, waarna de waarde van z met behulp van de waarschijnlijkheidsfactoren kan worden berekend. Daartoe moeten wij dx door den constanten factor dz vervangen en nagaan voor welke waarde van x de vorm x" 1x)b e 2 of xa{lx)b e een maximum is. Daar p echter niet tot eene uitgedrukte functie van x kan wor den herleid, is het onmogelijk eene algemeene formule af te leiden, die in functie van a en b de waarschijnlijkste waarde van x aangeeft. De eenige methode om deze waarde van z bij bena dering te vinden bestaat daarin, dat men door verschillende ~2 Tt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 183