173
100, 99, 97 en 94, waaruit volgt, dat het practisch zoo goed
als onverschillig is welke correctie men aanbrengt, zoo men
deze slechts grooter dan 0,50 en kleiner dan 0,90 S50 neemt.
Dit is eene hoogst belangrijke eigenschap, daar zij het overbodig
maakt de correctiën nauwkeurig te berekenen, en derhalve ge
legenheid aanbiedt de schietregels in hooge mate te vereen
voudigen.
In werkelijkheid is de ligging van het ware gemiddelde tref
punt altijd onbekend. Zoo kan het bijv. in het vorenbedoelde
geval van drie schoten achter zeer goed mogelijk zijn, dat het
ware gemiddelde trefpunt in of vóór het doel ligt, in welk ge
val het aanbrengen van correctie zelfs zeer nadeelig zou zijn.
Men kan slechts raden waar het gemiddelde trefpunt gelegen
zal zijn, en de taak der waarschijnlijkheidsrekening is geene
andere, dan daarbij als wegwijzer te dienen, en ons die ligging
aan te geven, waarbij we de grootste kans hebben op een goed
resultaat. Maar nu blijkt het, dat het uit een practisch oogpunt
zoo goed als onverschillig is of we precies raden, zooals wel het
allerbest zou zijn. In het vooromschreven geval doet men het
best als waarheid aan te nemen, dat het gemiddelde trefpunt op
een afstand van 0,69 S50 achter het doel ligt, en dus eene cor
rectie aan te brengen van 0,7 S50; maar bij eene correctie van 0,5
of 0,7 S50 heeft men feitelijk evenveel kans op een goed resultaat.
Daaruit volgt, dat eene nauwkeurige berekening van de correctie
geheel onnoodig en volkomen doelloos is, en dat men al zeer
tevreden mag zijn, als de fout niet grooter is dan a— S50.
4 5
Dank zij deze eigenschap kan men ook met minder goede schiet
regels bevredigende uitkomsten verkrijgen, waaruit wederom
volgt, dat het resultaat, dat men bij toepassing van verschillende
schietregels verkrijgt geenszins als maatstaf kan en mag dienen
omtrent hunne deugdelijkheid. Deze kan alleen door theoretische
overwegingen worden bepaald.
Uit de voorgaande beschouwingen blijkt tevens, dat het onmo
gelijk is de waarschijnlijkste ligging van het gemiddelde tref
punt met behulp van eene eenvoudige formule te vindendat de
bepaling daarvan slechts mogelijk is met behulp van ingewikkel
de beiekeningen, die alleen binnenkamers verricht kunnen wor-
Dl. II 1901.
