174 den, en zelfs dan nog zeer veel tijd en moeite kosten. De toepassing van de algemeen gebruikelijke formule berust op eene wis- n kundige dwaling, en leidt tot correctiën, die soms veel te groot zijn. Blijkens hetgeen wij hiervoor besproken hebben is dit bezwaar van weinig gewicht en formule (4) zou dan ook als eene bruik bare benaderingsformule benut kunnen worden, als zij niet het groote nadeel had voor 't geval van alle schoten in dezelfde richting geheel in strijd met de waarheid te geraken. Theore tisch is zij volkomen onbruikbaar. Wij moeten thans overgaan tot de bespreking van formule (5), die de kans aangeeft, dat men bij een volgend schot een of zal waarnemen, nadat dit verschijnsel zich bij n waarnemingen a maal heeft voorgedaan. Wanneer wij de wijze nagaan, waarop wij tot bedoelde formule zijn gekomen, dan blijkt, dat zij ontstaan is door de sommeering van het oneindig aantal oneindig kleine waarden van x Wx. Hoe kleiner dus de waarschijnlijkheid is, dat een schot de waarschijnlijkheid x zal hebben, des te kleiner is ook de invloed dier waarschijn lijkheid op de uitkomst, en omgekeerd. Dit nu is juist wat men verlangen moet; men houdt zoodoende rekening met alle moge lijke liggingen van het gemiddelde trefpunt en wel des te meer, naarmate zij waarschijnlijker zijn. De uitkomst moet dan ook beschouwd worden als een gemiddeld resultaat. Heeft men bijv. bij een vuur met overgenomen opzethoogte het eerste schot waargenomen, dan is volgens deze formule de kans, dat het 14-1 2 volgende wederom zal vallen gelijk aan Zulks beteekent volstrekt niet, dat men met dezelfde opzethoogte door- vurende steeds op 3 schoten 2 (-j-) zal waarnemen, maar alleen, dat men, gelet op alle mogelijke liggingen van het gemiddelde trefpunt en op de respectieve waarschijnlijkheden daarvan, twee tegen een een schot mag verwachten Bij een zeer groot aantal proeven zal men dan ook ontwaren, dat tegen twee ge vallen, waarin het tweede schot valt, er slechts één voor komt, waarin het wordt waargenomen. Wij hebben er reeds op gewezen, dat de ware ligging van het gemiddelde trefpunt steeds onbekend is en blijft, en dat de taak 1 Li O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 188