176 Wanneer men deze tabel vergelijkt met die, waarin wij de- waarschijnlijkste liggingen van het gemiddelde trefpunt hebben opgegeven, dan merkt men eene merkwaardige overeenstemming op. Practisch is het verschil zoo goed als nihil, waaruit wij mogen concludeeren, dat de formule W "f" f-, niet alleen eene s J— d zeer eenvoudige en bruikbare, maar ook eene zeer nauwkeurige benaderingsformule is, ter bepaling van de waarde van ar, die met de waarschijnlijkste ligging van het gemiddelde trefpunt correspondeert. Slechts in vier gevallen bedraagt het verschil meer dan 0,05 S50, terwijl het maximumverschil niet grooter is dan 0,07 S50. Daar zelfs driemaal grootere fouten in de cor rectie in de praktijk verwaarloosd mogen worden en een fout van 0,07 S50 de waarschijnlijkheid der correctie nog niet met l°/0 vermindert, is het duidelijk, dat de formule practisch even bruik baar is, alsof zij de waarschijnlijkste ligging van het gemiddelde trefpunt volkomen nauwkeurig deed kennen. Ter bepaling van de grootte der correctiën kan men nog eene- andere methode toepassen, die mede tot goede resultaten leidt. Deze methode berust daarop, dat men veronderstelt, dat het gemiddelde trefpunt zoodanig gelegen is, dat men na de correc tie evenveel kans heeft, dat een schot vóór als achter zal tref fen. Analytisch voorgesteld komt deze voorwaarde daarop neer, dat men die waarde van x als de juiste aanneemt waarvoor (1 x)b dx x" (1 xf dx De toepassing dezer vergelijking leidt echter steeds tot eene- hoogere machtsvergelijking, waarvan de graad 1 hooger is dan het aantal schoten der groep, en dit maakt het berekenen der correctiën moeielijk en langwijlig. Alleen voor 't geval alle schoten der groep in dezelfde richting zijn gevallen, leidt zij tot eene eenvoudige formule. Men heeft dan namelijk, als het aantal schoten weder gelijk n wordt gesteld. V/ O 1 is 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 190