178
ders onvermijdelijk in tegenstrijdigheden en inconsequentiën ver
valt. Het wil ons voorkomen, dat het niet moeilijk is tot een
zoodanige basis te geraken. Indien wij toch het vuur openen
met eene opzethoogte waarvan wij om de een of andere reden
zekerheid hebben, of meenen te hebben, dat zij het doel in de
spreiding van hare schoten omvat dan is die opzethoogte niet
blindelings gekozen, maar juist zoodanig, dat zij ons toeschijnt
boven iedere andere de voorkeur te verdienen. Hare keuze be
rust op verschillende overwegingen, op grond waarvan wij een ze
ker vertrouwen meenen te mogen hebben, dat het bijbehoorend.
gemiddelde trefpunt in of dicht bij het doel zal liggen. Zoolang
dit vertrouwen door de verkregen uitkomsten niet wordt be
schaamd, is het ook niet noodig correctie aan te brengen. Blijkt
het daarentegen uit deze uitkomsten, dat het waarschijnlijk is,
dat wij niet gelukkig geweest zijn in onze keuze, en dat bedoelde
opzethoogte minder goed is, dan wij meenden te mogen veronder
stellen, dan is correctie noodig. Daaruit volgt, dat we slechts-
behoeven na te gaan of het vertrouwen in de gebezigde opzet
hoogte geschokt, dan wel bevestigd wordt.
Waar wij in het voorgaande spreken van het vertrouwen, dat
wij in eene zekere opzethoogte mogen stellen, is het duidelijk,,
dat dit in wiskundigen zin niet anders beteekent, dan de kans,
dat het bijbehoorend gemiddelde trefpunt in het doel zal liggen,
of wat geheel op hetzelfde neerkomt dat de waarschijnlijk
heid van een (-)-) schot gelijk zal zijn aan-. Formule (11) leert
ons nu in ieder voorkomend geval die kans berekenen, indien wij
slechts in het oog houden, dat wij bij hare toepassing tot dit
doeleinde x= en p 0 moeten stellen, in welk geval e 1
gelijk aan de eenheid wordt. Die kans wordt derhalve steeds
in de oneindig kleine grootheid 5 uitgedrukt m. a. w. in de kans
h priori, dat de gekozen opzethoogte de juiste zal zijn. Want-
stellen wij in (11) a en b beide 0, nemen we m. a. w. aan,,
dat er nog geen enkel schot gedaan is, dan wordt zoowel de-
noemer als de teller der breuk =1 en heeft mendusWp=£.
We kunnen dus ook zeggen, dat er geene correctie behoeft te-
worden aangebracht, zoolang de kans, dat de gebezigde opzet-
u
u