182 gelijk aan (-5-) aangezien a-Y b steeds n is. Dit geval doet zich nu voor, wanneer het gemiddelde trefpunt in het doel ligt- de kansen van een en van een schot zijn dan beide ge- lijk aan en men behoeft derhalve slechts de binomiaal coëf ficiënten voor de nde macht te berekenen, om de onderlinge ver houdingen der waarschijnlijkheden te vinden bij alle mogelijke combinatiën van en schoten in een groep van n schoten. Volgens het theorema van Bayes nu zijn de waarschijnlijkheden a priori evenredig met die a posterioriof, wat op hetzelfde neer komt: de waarschijnlijkheid van eene bepaalde oorzaak is even redig met de kans a prioridie zij aan het verschijnsel geeft- Daaruit volgt, dat bij onbekende ligging van het gemiddelde tref punt, wanneer men in verschillende groepen van hetzelfde aan tal schoten verschillende combinatiën van en heeft gekre gen, de kansen, dat het gemiddelde trefpunt in het doel zal liggen, zich eveneens zullen verhouden als de bijbehoorende bino- miaalcoëfficiënten. Uit deze eigenschap kunnen wij terstond eenige andere afleiden. In de eerste plaats blijkt, dat in een groep van een oneven aan tal schoten het geval van a en a-f 1 even gunstig is, als dat van a -j- 1 en a(+), aangezien bij oneven machten de middelste binomiaalcoëfficiënten steeds gelijk zijn. Daar voorts de tweede binomiaalcoëfficiënt altijd n maal grooter is dan de eerste, zoo kan men direct besluiten, dat in eene willekeurige groep het geval van 1 schot (-(-) of altijd n maal gunstiger is, dan dat van alle schoten in dezelfde richting. De derde binomiaalcoëfficiënt wordt uit den tweeden afgeleid, door dezen mette vermenigvuldigen; den vierden vindt men door den derden te vermenigvuldigen met 'D=-^enz. Op deze wij ze kunnen we gemakkelijk de gunstigheid van de verschillende gevallen in eene willekeurige groep vergelijken, zonder dat het noodig is de binomiaalcoëfficiënten te berekenenzoo is bijv. in een groep van 6 schoten het geval van 3 en 3 f maal gunstiger dan het geval van 2 (-f) en 4 Uit een en ander volgt, dat men slechts voor 't geval van alle schoten in dezelfde richting de kans behoeft te bepalen, dat het gemiddelde trefpunt in het doel zal liggen, en dat men daarna

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 196