188 Het vraagstuk komt er nu slechts op neer p zoodanig te bepa len, dat de waarschijnlijkheid, dat x gelegen is tusschen j- -f p en P—\ is. Kennen we die waarde van pdan vinden we met behulp van de waarschijnlijkheidsfactoren direct de bijbe- hoorende waarde van de waarschijnlijke fout r. Wanneer er nog geen schot gedaan is, is de waarschijnlijk heid dat een schot de kans x zal hebben, gelijk aan dx. De waarschijnlijkheid, dat die kans gelegen zal zijn tusschen /j+P dx en stellen we T-P deze waarde gelijk dan komt er (y p) - - p) 2 p i en p 1 We moeten nu met de waarschijnlijkheidsfactoren berekenen, hoe ver het gemiddelde trefpunt van het doel ligt, als de kan sen van een (-{-) schot respectievelijk gelijk zijn aan y y 7 en T Deze berekening uitvoerende vinden we voor den gevraagden afstand een bedrag van S50, zoodat de 50°/0 fout op de schat- ting van den artilleristischen afstand gelijk is aan de 50°/0 afwij king van het projectiel ten opzichte van het gemiddelde trefpunt. Reeds vroeger hebben wij aangetoond, dat de gelijkstelling van f (x) dx aan dx geene andere beteekenis hebben kan; het voren staande kan als een nieuw bewijs dienen. Heeft men nu in een groep van twee schoten één schot en een schot waargenomen, dan is de kans, dat de waarschijn lijkheid van een schot x zal zijn, gelijk aan: x (1 x) dx f x (1 x)dx 0 Om nu weer de 50°/o fout te bepalen moeten we dezen vorm tusschen p en p integreeren en de komende uitdruk-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 202