190
de verhoudingsgetallen der nauwkeurigheid voor de beide soor
ten van metingen aangegeven.
Aantal
waarne
mingen.
Verhoudingsgetal dei-
nauwkeurigheid bij meting.
op de ge
wone wijze
bij bepaling-
van (+)en(—
0
1,0000
1,0000
2
1,4142
1,5000
4
2,0000
1,8750
6
2,4495
2,1875
8
2,8284
2,4609
10
8,1623
2,7070
12
3,4641
2,9326
Uit deze tabel blijkt dat de gewone meting bij twee waar
nemingen in het nadeel, verder echter steeds in het voordeel
is. Dit voordeelig verschil wordt steeds grooter; zoo zijn bijv.
bij 20 waarnemingen de verhoudingsgetallen 4,3589 en 3,7001.
Bij een gering aantal waarnemingen evenwel is het verschil
gering, en dit is van groot belang, want het bewijst, dat men
in de artillerie de veel eenvoudiger methode van de bepaling
van het en [links of rechtsj altijd kan toepassen.
Geheel ten onrechte wordt gewoonlijk aangenomen, dat men
slechts noodgedrongen bij het inschieten volgens lengteafwij
kingen van de methode van het bepalen van het en
gebruik maakt, en daarom ook bij het inschieten volgens breedte-
of hoogteafwijkingen de gewone wijze van meting volgt. Deze
veronderstelling is geheel onjuist, aangezien de nauwkeurigheid
vrij wel gelijk' staat en er dus geen redelijken grond voor aan
gevoerd kan worden steeds de moeielijkste methode toe te pas
sen, waar dit doenlijk is. En men vergete het niet de
verhoudingsgetallen, gelijk wij die in de voorgaande tabel heb
ben gegeven, berusten slechts op de veronderstelling, dat men