208 "blanke wapen als tegen zijn aanval met het blanke wapen te- paard Zijn wij niet evengoed verplicht de flanken onzer colonnes en die onzer gevechtsliniën te beschermen als de vijand die bedreigt met het vuur- dan wel met het blanke wapen? Welnu, ook daarvoor hebben wij voor beide gevallen onze- formatiën. (Atjeh 1896 en 1897Pedir 1898). Een voorbeeld.— Bij het eerste oprukken tegen Garoet (Pedir '98) oordeelde de bevelhebber het noodig onze troepen er op te moeten wijzen, dat waarschijnlijk op groote schaal klewang- aanvallen zouden plaats hebben. Eenvoudig ging de cavalerie commandant er toe over, zijne drie pelotons cavalerie op de voor de gevechtslinie meest bedreigde flank bij elkaar te houden, om op elk oogenblik tegen den klewang gevechtsbereid te zijn (alzoo tegen het blanke wapen). Maar tegelijkertijd liet het. voorste peloton zijne patrouilles naar de voor- en zijwaarts gelegen kampongranden uitzwermen, om van een mogelijk in die randen opgestelden vijand met het geweer bewapend, in tijds te kunnen berichten. En welk voordeel, gaf de gesloten formatie tegen beide? Tegen den klewangdat de cavalerie elk oogenblik gereed was om hetzij gesloten, hetzij verspreid, den gesloten- of verspreiden klewang-aanval tegemoet te gaan en tegen het geweerom dade lijk tot het gevecht te voet gereed te zijn met het doel te trachten,, 's vijands vuur tot zwijgen te brengen, wat haar volkomen gelukte, dan wel om den vijand af te leiden van de infanterie,, die in breed front voorwaarts rukte. Zouden die drie pelotons anders gehandeld hebben, als zij öf een vijand te paard voor zich hadden gehad, dan wel een vijand, die het gebruik van het geweer aan dat van het blanke wapen had doen paren, of wel een vijand in die kampongranden, be wapend met lans, klewang of werpspies? Heeft dan ook de inla.ndsche vijand, onverschillig soort van bewapening en wijze van oorlogvoeren, zich in het terrein vast gezet, dan kan immers zijne eigenaardige wijze van bewapening, en optreden nimmer van invloed zijn op ons tactisch optreden,,.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 222