213 één peloton op de marschlijn, twee pelotons dekking colonne rechterflank, één peloton linkerflank, of wel: twee pelotons op de marschlijn, twee pelotons dekking rechterflank met sterke patrouilles op linkerflank, of wel: één sterke patrouille op de marschlijn, drie pelotons dekking rechterflank of wel: (hij een terugtocht) een peloton op de marschlijn, drie pelotons bij de achterhoede, en zoo meer; een indeeling die, hoewel op kleinere schaal, ook voor 3 en 2 en zelfs voor één peloton geldt, b. v. bij één peloton één zwakke patrouille op de marschlijn en het peloton dekking rechterflank. Blijven wij dan ook voor onze cavalerie-indeeling, wat haar werkkring bij een colonne aangaat, de benamingen gebonden voorhoede cavalerie" en zelfstandig verkennende cavalerie" bezigen, dan gelooven wij, dat er tusschen den colonne-commandant, de onderaan voerders en den cavalerie-commandant geen verschil van opvatting omtrent de wijze hoe de cavalerie te bezigen kan bestaan. En dat men die benamingen in Atjeh gebruikt, althans in mijn tijd, blijkt uit de verschillende gevechts- en marschbevelen, waarin wij onophoudelijk lezen: „Cavalerie zelfstandig ter verkenning vooruit" of „Cavalerie zelfstandig vooruit" dan wel „Cavalerieals cavalerie-voorhoede" waarbij ik, omdat door de laatste uitdrukking licht de terecht zoo gevreesde verwarring met de „voorhoede-cavalerie" kan ont staan, tot alle zekerheid omtrent een juist gebruik liefst het woordje „gebonden" gevoegd wensch te zien. Het duizelde mij wel wat voor de oogen, toen ik 's Heeren Bense's beschouwingen omtrent de quaestie „voorhoede-cavale rie" en „cavalerie-voorhoede" en welke benamingen al niet meer, had gelezen, hetgeen wel wat aan schrijvers betoog ligt; waar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 227