223 ■op het moreel der troepen is duidelijk, dat de operatiën er ech ter onder geleden hebben, kan veilig ontkend worden, 's Gene- Taals opvolger, kolonel Waleson maakte aan het getalm een eind en greep de zaak krachtig aan. Een der eerste handelingen van kolonel Waleson was, gelijk Teeds werd opgemerkt, het doen staken van het kappen. In •de eerste plaats dwong dat kappen de onzen tot een zuiver pas sief defensief, terwijl de vijand niet het minste in de onzeker heid werd gelaten omtrent onze bedoelingen en dus tijdig zijne maatregelen kon nemen om onzen opmarsch zoo niet te ver hinderen dan toch ernstig te bemoeilijken. Dat de generaal Steinmetz met het kappen van dien weg bedoeld zou hebben zwaren tegenstand uit te lokken om den vijand ge voelige verliezen te kunnen toebrengen, is niet aan te nemen, gelet op de vreesachtige langzaamheid, waarmede te werk was gegaan na het goed uitgevoerde debarkement en het gelukkig gevecht om Badjoa. Zware regens beletten den nieuw opgetreden bevelhebber de eerstvolgende dagen actief op te treden. Slechts werd den 19en door den commandant der marine eene verkenning naar de Tjen- rana-mondingen gedaan in verband met het plan van den Gouver neur-Generaal om aan die rivier eene versterking op te richten. Zooals bekend is, maakte de marinelandingsdivisie, gesteund door een aantal gewapende sloepen, zich van de versterkingen op beide oevers meester, 't Is mogelijk, dat er gewichtige bezwaren wa ren tegen het uitzenden eener colonne uit het bivak om de marine te land te steunen. Het succès der onderneming zou daardoor echter beter verzekerd zijn geweest, terwijl de marsch langs het «trand, de afstand is ongeveer 25 K.M., o. i. wel uitvoerbaar ware geweest. In ieder geval had een stafofficier de marine landingsdivisie behooren te vergezellen om advies te kunnen uit brengen omtrent het meest gunstige emplacement voor een ben- teng. De commandant der marine moest als deskundige geraad pleegd worden in zake de gesteldheid van de kust, de bevaar baarheid der rivier, enz., maar wat betreft de keuze van het meest geschikte punt voor het oprichten eener versterking was ■die autoriteit minder bevoegd. Waar we de handelingen der ma rine zullen bespreken hopen we die quaestie nader aan te roeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 237