228 pagnie van het 14e last, om gesteund door het vuur uit de 6 houwitsers, de rechterkampong te zuiveren. Welke overwegingen er toe deden besluiten de landingsdivisie zoo in te deelen, dat één peloton vóór, het andere achter het rechterhalf 14° bataljon marcheerde is al even moeilijk te begrij pen. Wilde men opzettelijk het tactisch verband verbreken, welk voordeel dacht men ermede te bereiken? Bovendien de voorhoede moet zoo eenigszins mogelijk zijn samengesteld uit troepen, die in het terrein zich thuisgevoelen en onze Indische infanterie is dat nu eenmaal beter dan matro zen en mariniers; 't zou schande zijn als 't anders was. De landingsdivisie had het best gebruikt kunnen worden tot dek king van de artillerie. Men dient er rekening mede te houden, dat de maritieme troepen in den regel minder aan de vermoeienis sen van den marsch gewend zijn en dat, wil men die troepen steeds in gunstige conditie beschikbaar hebben, alles gedaan moet worden om dit mogelijk te maken. Doch even nadeelig als we het achten die troepen de spits te laten afbijten, even verkeerd en onmenschkundig zoude het zijn ze steeds als reserve de af- deelingen van het leger te laten volgen. De soldaat, dus ook de zee soldaat heeft behoefte aan waardeering en actie. Is hij altijd tot toezien gedoemd en tevens passief aan gevaar blootgesteld, dan wordt een te zwaren wissel op zijn moreel getrokken, hetgeen op den duur zijne gevechtswaarde doet afnemen. Dat de Boniërs hunne hoofdstad ontruimd hadden nog vóór dat een aanval op de plaats was gedaan, mocht wel een bewijs heeten, dat het met hunne strijdkrachten niet zoo schitterend gesteld was als de onzen tot dusverre gedacht hadden en had den opperbevelhebber een spoorslag moeten zijn om reeds den vol genden dag door te trekken naar Pasempa, ongeveer 27 paal Westwaarts van Boni gelegen en dus wel in één dag te be reiken. Kolonel Waleson beschikte op dat tijdstip over ruim 3000 man, de bezwaren verbonden aan de aanvoering van de voor de colonnes benoodigde aanvulling van munitie en vivres waren niet van dien aard, dat zij onoverwinnelijk genoemd mochten wor den, zoodat o.i. niets den bevelhebber had kunnen beletten 's ande ren daags vroeg in den ochtend den marsch naar Pasempa te aanvaarden. De vijand was moreel geschokt, de vlucht der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 242