231 de richting der Panjoelarivier, uitgevoerd door een paar compag nieën, werden de troepen tot den 20en niet gebruikt voor actieve handelingen tegen den vijand. Het moet erkend worden, dat de werkzaamheden te Badjoa vele handen eischten, maar de soldaat heeft te velde vooral afleiding noodig en vond die niet in het eentonige werk te Badjoa. Moest men daar noodgedwongen er toe overgaan de soldaten te gebruiken voor een werk, dat het hunne niet was, dan mag men het juist gezien heeten, dat over tal van bezwaren werd heengestapt, doch het was een klemmende eisch voor de noodige afwisseling zorg te dragen. Als iets invloed heeft op den gezondheidstoestand van den soldaat dan is het wel zijn humeur, zijn geestestoestand. Hierop heeft men naar onze meening te Badjoa te weinig achtgeslagen. Eerst toen de cholera ernstig om zich heen greep, dacht men er aan den troep de zoo hoog noodige afleiding te verschaffen door het maken van eene verkenning. Het werken aan de benting dagen achtereen was den soldaat, die zich gansch andere wederwaardigheden op Boni's kust gedroomd had, in hooge mate onaangenaam, te meer daar hij den arbeid hem opgedragen met het volste recht koeliewerk mocht noemen. De bevelhebber, die om te voldoen aan van hoogerhand gege ven bevelen het lijdelijk moest toezien hoe zijne schoone macht door ziekte en dood werd gedecimeerd, verdient alle waardeering voor de geestkracht, waarmede hij in die moeielijke tijden zijn zware plicht volbracht. De Regeering, die de ellende door gebrek aan doorzicht niet wist te voorkomen, was niet te verontschul digen. Men had tijdig behooren te zorgen voor werkkrachten en materialen en dat was mogelijk geweest, omdat de oorlog met Boni niet onverwacht was uitgebroken en het plan zich aan de kust te vestigen niet nieuw was. Bij de verkenning, waarvan we boven melding maakten, kwam het niet tot een treffen, de vijand werd niet gezien. Te ver wonderen is dat niet. De troepen deden te Badjoa niet veel kwaad, de vijand achte het niet eens noodig onze macht te observeeren en geloofde zijn tijd beter te kunnen besteden met het verzamelen van de weerbare mannen om ons, als 't oogenblik gunstig zou blijken, in zee te drijven. Dat de Regeering de expeditie met het nemen van Boni ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 245