HET TRANSPORT VAN HET D1J1TSCHE EXPEDITIE KORPS NAAK CHINA. Uit het „Militdr Wochenblatt" No. 5 en 7 van 1901. Bij kabinets-dispositie van 9 Juli 1900 gelastte zijne Majesteit de Duitsche keizer de samenstelling van een uit vrijwilligers uit het Leger te vormen expeditie-korps, bestaande uit 8 bataljons infanterie, 3 escadrons cavalerie, 4 batterijen veld-artillerie, en de noodige hulpwapens, munitiecolonnes en trein. Den 17en en 18™ Juli konden de staven en troepenafdeelingen den kommandant van het expeditie-korps berichten, dat zij ge reed waren, en van 27 Juli tot 4 Augustus had, verdeeld over 10 stoomschepen, het vertrek van het korps plaats, bedragende de gezamenlijke sterkte: 500 officieren en hoogere ambtenaren, 10894 onderofficieren en manschapppen, 558 vuurmonden en voer tuigen, en 16380 M3 krijgsbehoeften. Op dezelfde wijze vertrok op acht stoomschepen tusschen 31 Augustus en 7 September de bij kabinetsdispositie van 12 Au gustus 1900 aangewezen versterking, bestaande uit 269 officieren en hoogere ambtenaren, 7430 onderofficieren en manschappen, 303 vuurmonden en voertuigen en 14032 M:i krijgsbehoeften. Yoor Duitschland was het vervoeren over zee van zulk eene troepenmacht iets geheel nieuws. Men had voor zulk eene ge beurtenis geen voorbereidingen getroffen, evenmin bestonden er antecedenten vanmen stond voor het feit en moest handelen. Wel waren er ten einde hieromtrent ondervinding op te doen voor de keizer-manoeuvres van 1900 plannen gemaakt om eene uit vier bataljons, een escadron en eene batterij samengestelde brigade van „Danzig" naar „Swinemünde" over te voeren, ja er was een ontwerp tot vervoer van troepen over zee voor die manoeuvres uitgewerkt, maar het geheel onverwacht uit breken der ongeregeldheden in China, en het onmogelijk voor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 249