12
keuring, vermaning,, berisping, bedreiging, onthouding van be
looning en de straf 1).
Bij afkeuring wordt bloot te kennen gegeven, dat de handel
wijze van den overtreder verkeerd is.
Bij vermaning wordt niet alleen te kennen gegeven, dat de
handelwijze verkeerd is, maar ook de gevolgen worden in het
licht gesteld, een en ander in verband met eene opwekking om
in 't vervolg zich te beteren.
Bij de berisping wordt het verkeerde van de fout sterker uit
gedrukt, waardoor het een zoodanigen indruk teweeg moet bren
gen, dat daardoor alleen, dus door de sterkere uitdrukking, ver
betering intreedt, daar de voorstelling van de gevolgen bij eene
berisping achterwege blijft.
Bij de bedreiging wordt gewezen op de straf, die onvermij
delijk volgen zal, in geval van herhaling der overtreding. Alleen
■de voorstelling van het onaangename dier straf moet afschrik
ken, om de fout andermaal te begaan.
Bij onthouding van belooning wordt iets onthouden of inge
trokken, dat vroeger als belooning was gegeven. De man moet
op deze belooning prijs stellen. Is dit niet het geval, alsdan
kan de intrekking niet als tuchtmiddel dienen.
Bij straf moet worden nagekomen, hetgeen daaromtrent in het
.Reglement van Krijgstucht staat voorgeschreven.
Ten aanzien van de drie eerste tuchtmiddelen moet worden
opgemerkt, dat de uitwerking bijna geheel afhankelijk is van
-de verhouding tusschen den overtreder en degeen, die afkeurt,
vermaant of berispt. Heeft de meerdere het volle vertrouwen,
geniet hij de achting van zijne minderen, wordt hij door hen
aangezien als hun beschermeralsdan zullen deze tuchtmiddelen
doorgaans meer uitwerken dan de strengste straffen. Vooral op den
toon komt het aan. De afkeuring mag niet met knorrigheid, de
vermaning niet met zalving of op een preektoon, de berisping
niet met leedvermaak of spotternij geschieden. Alle drie kun
nen ze onder vier oogen of openlijk plaats hebben, maar bij hen,
wier eergevoel behoorlijk ontwikkeld is, verdient de eerste wijze
■de voorkeur. Zij mogen niet veelvuldig bij een en dezelfde per-
1) Wordt voortaan van „straf" of „9traffen" gesproken, dan worden die, genoemd in
■iirt. 28 e. v. van het R. v. K.bedoeld.