242 Ten eerste moest in elk geval alles wat behoorde tot eenen tot uitrukken gereed zijnden troep" dus al de daarbij behoorende wa pens, munitie, kleeding, uitrusting, voertuigen, enz. „op het zelfde schip geladen worden als het gedeelte der troependat dit alles in gebruik moest nemen." Aan dat troependeel moest bovendien voldoende munitie en voeding tot voorloopig gebruik na het debarkement worden medegegeven, zoodat b.v. bij het onvoorzien ontschepen dei- troepen van slechts één stoomer deze van alles voorzien waren. Ten tweede moest de mlading van goederen op ieder schip op zichzelf" zooveel mogelijk overeenkomstig het gebruik, dat er te velde van zoude gemaakt worden (kriegsgemass) geschieden, en wel zoodanig, dat in het onderste ruim alles kwam wat tot reserve dienen moest en daarop, naarmate de troepen er behoefte aan zouden krijgen, het overige zoodanig geladen werd, dat datgene, wat onmiddellijk gebruikt moest worden, voor de hand lag. Bovendien moesten bij elkander behoorende voorwerpen, zooals voertuigen en hun inhoud bij elkander blijven, de goe deren in een schip daarentegen gescheiden worden volgens de troepen waartoe zij behoorden. Het opvolgen van dezen laatsten grondslag het overeen komstig het gebruik te velde inladen der goederen in ieder schip op zich zelf werd door de vóór het laden gemaakte verdeeling: tusschen stukgoederen, en alle andere oorlogsbehoeften, zeer bezwaarlijk, ja men kan wel zeggen onmogelijk gemaakt. Daarom was de militaire intendance gaarne bereid de in groote hoeveel heid niet aan eenig troependeel toebehoorende goederen (Mas- sengüter) zooals voedingsmiddelen en dergelijken, naar Bremen te zenden maar weigerde dit voor de bij de troepen behoorende goederen, waartoe b.v. ook de voor eene zeereis verpakte inhoud der voertuigen behoorde. Hier werd tegen ingebracht, dat in de eerste plaats gestreefd moest worden naar het opbergen van de groote en zware hoeveelheden (Massengüter) in het onderste ruim van het schip, en de geheele maatregel dus slechts doel zou treffen, wanneer de groote massa van de stukgoederen dei- troepen daarin begrepen werd, dat het ideaal eener inlading volgens het gebruik der goederen te velde bovendien slechts zeer oppervlakkig te bereiken was, en dan nog alleen, wanneer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 256