244 Bil het verzamelstation „Bremerhaven" behoorde het com mando over het station, een munitie- en een goederen-depot. Al het bij deze diensten ingedeelde personeel had met het ooö op den bijzonderen toestand waarin het verkeerde al die ver plichtingen na te komen, die voor eene algemeene mobilisatie waren voorgeschreven. Voor het regelen van de inscheping der troepen werd te Bie- merhaven een commando van dien naam Trappen emschiffungs- kommando") opgericht, waarvan aan den oudsten ofüciei de geheele en opperste leiding was opgedragen. 5°. Met het oog op de ontzettende hoeveelheden oorlogsbe hoeften van allerlei soort, die op de verzamelstations zouden samenkomen, was het zoowel in het belang van den dienst der spoorwegen, als in dien der verzamelstations, doeltreffend voor een geregelden aanvoer daarvan te zorgen. Yan te voren was dit dan ook zoo geregeld, dat iedere tak van dienst, die voor het toezenden van krijgsbehoeften te zorgen had zulks volgens de voorschriften van „hoofdstuk YII het' Militair Transportwezen" middels „Eisenbahn-transport- anmeldung" aan de afdeeling „spoorwegen van den grooten ge- neralen staf' opgaf. Deze zorgde dan voor het regelen van het vervoer er van per spoor, of wel nam andere maatregelen b.v. door te bepalen, dat de goederen eenvoudig als gewoon vracht goed verzonden werden. Op deze wijze is bij het nazenden van troepen uit Biemei- haven tusschen 31 Augustus en 7 September, evenals bij de uit Hamburg nagezonden materialen gehandeld, en werd daardoor vermeden, dat de goederen in overgroote massa's m stede van zooals nu, naar behoefte aankwamen Bij het eerste transport moest om redenen waarvan de uiteen zetting te ver zoude voeren, de beslissing over de wijze van ver voer per spoor worden overgelaten aan de takken van dienst, die goederen verzonden. De regeling voor de verdeeling der troepen over de verschil lende schepen, die zoo goed als ongewijzigd voor beide trans porten gevolgd werd, geschiedde, volgens bijgaand: „Plan voor het inschepen van het Oost-Aziatisch-expeditie-korps (zie bladz. 252) In verband met het aantal passagiers 1% 2° en 3° klasse, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 258