247 eene spoedige zending der manschappen zeer wenschelijk, terwijl het personeel voor het op te richten paarden-depot nog vroeger was vertrokken). Afdeeling veld-artillerie. Hiervan 1 batterij zware veld-houwitsers (waarvan het nut der spoe dige uitzending bij de bestorming der Peitang-forten bleek). De korps-telegraaf-afdeeling. Veldhospitaal 1 tot 4. Bovendien waren behalve de etappen-kommandant ook de vereenigde technische troepen, behoorende bij de le groep, mede gegeven, en wel op het snelstloopende schip, ten einde de Marine bij" de lossing, en het voor-commando, dat tot eene sterkte van 21 officieren, doctoren en hoogere ambtenaren en 120 man reeds op een rijkspost-stoomer den 24en Juli van Genua vertrokken was, bij de aan den wal te treffen voorbereidingen te kunnen helpen. Het oppercommando van het expeditiekorps kon, hoewel eene vroegtijdige aankomst op het terrein zijner werkzaamheden zeer wenschelijk was, om zeer bepaalde redenen pas met de den 2en Augustus vertrokken derde groep op reis gaan, doch men had gezorgd, dat de stoomer „Rhein", met zijn 13 mijls-vaart, de reis in den kortst mogelijken tijd en met vermijding van alle niet bepaald noodzakelijk oponthoud zoude doen. Van de inrichtingen, die onmiddellijk met de inscheping te ma ken hadden, trad het personeel van het verzamelstation „Bremen" het eerste en wel reeds op den 12en Juli in actie. De inrich ting er van zal hier niet nader worden besproken, maar met een paar woorden de werkkring voor zoover die directie met de in scheping in verband staat, worden aangegeven. Ten eerste moesten alle stukgoederen soortsgewijze bijeenge bracht worden, de verpakking worden nagegaan en gezien of zij behoorlijk gemerkt waren; onvoldoend verpakte goederen opnieuw gepakt, fouten in de merken worden hersteld. Daarna moesten de goederen met inachtneming der hierboven medegedeelde militaire eischen geladen worden in de voor eiken stoomer bestemde lichters, en op het juiste moment naar „Bre merhaven" worden afgezonden. Om een denkkeeld te krijgen van den verrichten arbeid diene

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 261