258 sche affuiten graven bij het afgaan van het schot hun staart met den spoor den grond in, op dezelfde wijze als de tweede soort. Om nu echter het materiaal te behoeden voor groote- vernielende werking en daarbij het uit de richting springen, zooveel mogelijk op te heffen, krijgt de vuurmond zelve nog een aparten beperkten terugloop. Doch ook door deze middelen werden tot nu toe de genoemde bezwaren niet geheel opge heven. Bij de Ehrhardt affuit is het gelukt de hoogste vol maaktheid in deze richting te bereiken en kan zij aldus als voor naamste vertegenwoordigster van dit type optreden. Bij het Ehrhardt-geschut blijft, nadat de spoor bij het eerste- schot zich heeft ingegraven, de affuit bij de volgende schoten, werkelijk onbewegelijk staan; opspringen van het stuk heeft niet plaats, daar de geheele terugstoot door de hydraulische rem wordt opgenomen en de, tengevolge van den langen affuit staart, waarover later nader zal worden gesproken, kleine affuit- hoek het opheffen der raden belet. De affuit blijft zoo rustig staan, dat richter en sluitstukbediende op de zijwaarts van de- affuit aangebrachte zitplaatsen zitten, zonder slagen of trillingen, te bemerken. Bij dit systeem is dus de rust van de affuit en de geringe- beschadiging van het materiaal zeer zeker in zoo hooge mate aanwezig, als maar eenigszins verlangd kan worden, daar voorts de plaats voor opzet en korrel aan de bovenaffuit onafhankelijk van den terugloop des vuurmonds een niet onderbroken richten, tijdens het vuren mogelijk maakt, kan bij dit rustig blijven staan van de affuit de vuursnelheid tot op 20 schoten per minuut met buitengewoon groote trefzekerheid opgevoerd worden. Als bewijs hiervoor diene een kort uittreksel uit een verslag, van het schieten met 3 Enrhardt-snelvuur- veldkanonnen in batterij verband, dat op den 21sten September j.l. op de schiet- terreinen der fabriek te Unterlüss (Lüneburger Haide) voor ver scheidene deputaties van buitenlandsche officieren plaats vond. De gevechtsonderstelling bracht mede, dat na elkaar de vol gende doelen werden beschoten I. Op ongeveer 5000 M. van de vurende batterij waren drie colonne schijven ieder van 25 staande rotten infanterie op afstan den van 20 M. achter elkaar gesteld, waarop de batterij commandant

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 272