15
Behalve dat we den wil kunnen opvoeden door intrekking der
belooning als tuchtmiddel, geeft ons het verleenen van kleine gun
sten een niet te versmaden kracht aan de hand om 's mans wil te
versterken. Het oordeelkundig geven en nemen van b.v. avond
permissie is als bij uitstek daarvoor geschikt Het is zoo langza
merhand gewoonte geworden om ook daarbij een vast tarief aan
te nemen. Drie maanden buiten provoost, één maand buiten poli
tiekamer zijn zoowat de voorwaarden waarop deze permissie ver
leend wordt. O. i. verkeerd, en in geen geval opvoedkundig. Art.
87 Inw. dienst eischt daarvoor alleen een goed gedrag. Wat „goed"
is, beoordeelt de compagniescommandant. Nu komt het ons voor
de opvoeding van 's mans wil zeer heilzaam voor, dat men die
permissie „geeft en neemt". Hooge uitzondering moet zijn de
doorloopende permissie, zeer veel gebruik dient te worden ge
maakt van maandelijksche of wekelijksche toestemming tot uit
blijven, die, wanneer het gedrag goed blijft, vernieuwd kan wor
den. Alsdan blijft de prikkel om zich goed te gedragen bestaan,
en de comp. commandant heeft het voordeel, dat hij periodiek
al zijne manschappen onder de oogen krijgt, en deze dus beter
leert kennen. Daar het voorschrift ruimte genoeg laat, kan de
comp. commandant ook aan hen, wier gedrag goed is, (iemand,
pas met b.v. politiekamer gestraft, kan nog wel een goed gedrag
hebben; dit hangt af van de geheele beoordeeling van den per
soon, en niet van een op zichzelf beschouwde straf) maar waarbij
twijfel bestaat of dit wel goed blijft, vergunnen eenmaal bij wijze
van proef uit te blijven, met de belofte dat hij, op tijd thuis
komende, nog eens, of wellicht voor langer de permissie verkrijgt.
Op die wijze kan de comp. commandant veel doen, en de onder
vinding heeft ons geleerd, dat zij voor de versterking van 's mans
wil uitstekend werkt.
De straf moet, doordat zij van den meerdere een handeling
daarstelt, meer rechtstreeks op 's man wil werken. De uitwer
king ervan is daarop gegrond, dat in de ziel van den man de
onaangename voorstelling der straf met de voorstelling der over
treding verbonden wordt, zoodat beide blijven samengaan. Het
bewustzijn van die verbinding zal hem van de overtreding terug
moeten houden. Zal dat bewustzijn echter levendig zijn, dan
moet de straf zoo spoedig mogelijk op de begane fout volgen.