286 Zooals boven reeds gezegd is, was het noodig ook den trans porttrein te verbeteren, want, evenals generaal Buller in Natal, was generaal Methuen op het Westelijkste operatie-toon eel tot nu toe aangewezen op de spoorbaan, waaraan het groote nadeel verbonden was, dat de verbondenen de richting zijner beweging steeds kenden en daartegen tijdig hunne maatregelen konden nemen. Lord Roberts zegt hierover in zijn schrijven van 6 Februari 1900: „Een spoorweg is van het grootste belanghij „is noodzakelijk voor een leger tot opvoer van oorlogsbehoeften „en levensmiddelen van de operatie-basis en hij geeft grooten „steun, indien hij loopt in de richting van het doel, maar, zelfs „dan, moet een gedeelte der troepen uitgerust zijn met trans portmiddelen, bestaande uit karren of dragers, om de voor- paden te kunnen bijeenbrengen en om het leger voldoende „mobiel te maken, waardoor vele tactische moeilijkheden, die „ontstaan tengevolge van de in hooge mate vermeerderde „schootsverheid en het doodend vermogen van de tegenwoordig „bestaande projectielen, kunnen worden overwonnen." In verband met de door generaal Roberts genomen maatregelen (zie blz. 145) en met het feit, dat juist in dien tijd veel trans portschepen, beladen met paarden en muildieren te Kaapstad landden, werd het mogelijk om den trein van de op het Wes telijk operatietooneel ageerende legerafdeeling zóódanig samen te stellen, dat de voertuigen van den gevechts- en bagagetrein zouden worden getrokken door paarden en muildieren, terwijl de voertuigen van den grooten trein door middel van ossen werden voortbewogen en voor deze laatste de Zuid-Afrikaansche ossenwagens zouden worden gebruikt. Nog steeds evenwel bleef de transportdienst te kort schieten in zijne verplichtingen en daarom gelastte lord Roberts (1) dat van ieder der compagnieën van het commissariat transport department, welke tijdens het opperbevel van generaal Buller behoorden tot de divisiën en brigades, twee nieuwe zouden worden gemaakt. De daarvoor benoodigde officieren zouden worden verkregen door indeeling van de uit Engeland toegezondene. Alle compagnieën zouden tot één korps worden vereenigd, dat zou werken in het alge meen belang, terwijl naarmate van de behoefte een gedeelte (1) Field Army Order van 24 Januari 1900.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 300