293 Zoo zien wij b.v. den 19en Juni generaal de Wet met 5000 man een konvooi aanvallen, hetwelk door lord Methuen naar Heilbron werd geleid en hoewel hij daarbij, naar het oordeel der Engelschen, schipbreuk leed, zoo was hij den 23en d. a. v. weer op het baanvak Kroonstad Honingspruit, waar hij een étapepost oplichtte en zich van een naar het Zuiden gaanden militairen trein meester maakte. Ten slotte rest ons nog mede te deelen, dat na het ontzet van Mafeking ook van deze plaats naar Pretoria de communi catie door drie sterke troepenafdeelingen werd beveiligd. Carring- ton, de commandant van de afdeeling volunteers, die over Beira was gekomen, bevond zich met het grootste gedeelte zijner macht te Zeerust. Kapitein Horn, die gedurende de belegering van Mafeking chef van den staf van Baden Powell was geweest, stond met 300 a 400 man bij Elandsrivier tusschen Rusten burg en Zeerust, 60 K.M. Westwaarts van eerstgenoemde plaats. Baden Powell hield met 4000 man Rustenburg bezet. Deze communicatie- lijn, die m.i. zeer weinig waarde had, be zorgde het Engelsche leger zeer vele onaangenaamheden, daar telkens Rustenburg werd ingesloten, waarna weer troepen moesten worden beschikbaar gesteld om haar te gaan ontzetten. Daardoor kon niet voldoende aandacht worden geschonken aan de hoofd taak nl. het opzoeken van den vijand in het Lijdenburgsche en het in het bezit nemen van zijn eenige verbinding met de zee, den spoorweg van Pretoria naar Komatiepoort, zoodat lord Roberts .zeer lang betrekkelijk werkeloos in Pretoria moest blijven. A. W. E. Weijerman. Slot volgt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 307