296
in de dooi- den heer Holle aangehaalde gevallen; men stuit dan
■op het bezwaar, dat ontladen onmogelijk is. In zeer dringende
gevallen zal men hierover heenstappenhet zou echter ver
keerd zijn een afzonderlijk projectiel in de uitrusting op te nemen,
alleen omdat ontladen mogelijk is. Nachtelijke aanvallen op
bivak's worden even goed afgeslagen door infanterievuur; is het
noodig, dat de artillerie optreedt, dan zal er altijd gelegenheid
genoeg zijn om te laden. Bovendien hecht ik weinig waarde
aan dat nachtelijk vuur; de eigen partij zal meer kans hebben
getroffen te worden dan de tegenpartij, vooral, wanneer de
.stukken geladen in batterij staan en aldus door den wachtheb
bend en onderofficier of kanonnier in de eerste opwinding maar
worden afgetrokken, alvorens hij zich behoorlijk rekenschap van
den toestand gegeven heeft. Dit argument geldt natuurlijk niet
voor vuurmonden, welke uitsluitend bestemd zijn voor het zg.
klein flankement in den vestingoorlog. Ik heb evenwel alleen
den veldoorlog op het oog.
Hetzelfde pleit m. i. tegen het marcheeren met geladen stuk
ken, wanneer „een klewangaanval dreigt"; niet, wanneer men
met geladen stukken in batterij komt, ten einde des te eerder
het vuur te kunnen openen.
Draagpaarden bij de veldartillerie. De gevechtstrein moet de
stukken overal en in denzelfden gang kunnen volgen; de baga-
getrein volgt achter den staart der colonne en moet alleen in den
avond van eiken dag in of nabij het kwartier der batterij zijn
aangekomen. Hieruit volgt m. i.dat draagpaarden bij den ge
vechtstrein niet, bij den bagagetrein wel te gebruiken zijn. De
tot den bagagetrein behoorende smidse en met reservedeelen
gevulde broko's zullen tijdens het gevecht niet noodig zijn. De
munitievoor wagens zijn voldoende voorzien van reservedeelen om
voor de eerste behoefte te dienen, terwijl herstellingen aan het
materieel, waarvoor eene smidse noodig is, gedurende het ge
vecht vrij wel onuitvoerbaar zijn. Het is zelfs twijfelachtig, of
herstellingen aan modern artilleriematerieel te velde mogelijk zijn.
Daarom heb ik vroeger reeds aangegeven, dat de smidse hoofd
zakelijk moet dienen tot het beslaan der paarden.
De heer H. meent, dat men op de groote plaatsen veel spoe
diger bruikbare trekpaarden dan draagpaarden zal kunnen requi-