300 ons kan bereiden, zullen door hem niet worden benut. De leiding tegenover den inlandschen vijand zal dus gemakkelijker zijn. Wat de aanvoering betreft, deze zal tegenover een inlandschen tegenstander dikwijls moeilijker zijn, omdat hij door zich te verbergen in het dichtbegroeide, dikwijls ondoordringbare terrein rechts en links van den weg, van haar eischt, dat zij steeds gereed is bevelen te geven tot onmiddellijk handelen. Onze oefeningsschool tegenover den inlandschen vijand verschaft ons dus zeer zeker het groote voordeel, dat wij leeren spoedig beslissingen te nemen. Evenwel komt het in den tegenwoordigen tijd gemiddeld slechts eens in de vijf a zes jaar voor, dat de officieren zich geplaatst kunnen zien tegenover een inlandschen vijand en dan nog steeds voor korten tijd. Die tusschenruimte is te groot om de besluit vaardigheid ten allen tijde te kunnen bewaren en het is dus ook voor ons officierskorps voor alle omstandigheden, waarin het ge plaatst kan worden, wenschelijk, dat de tactische grondregels beoefend worden. Geen beter middel is daartoe denkbaar dan de tactische oefeningen op de kaart. Alle andere hulpmiddelen bezitten niet den factor: het onbekende, want men kent altijd min of meer de sterkte van de tegenpartij. De tactische oefeningen op de kaart bestaan eigenlijk reeds sedert het jaar 1780, toen Heiwig, pagemeester aan het hof van Brunswijk, regels formuleerde voor een z. g. „schaakspel van den oorlog". De animo voor het schaakspel was in dien tijd buiten gewoon groot, zoodat het dan ook weinig moeite kostte dit oor logsschaakspel overal ingang te doen vinden. Yon der Goltz zegt in zijn werk: „Rosbach und Jena"„De „tactische en strategische geschriften van dat tijdperk hadden „een gebrekkige overeenkomst met een cursus in de wiskunde. „Een goede strateeg van dien tijd kon niet gelooven aan de „mogelijkheid om zonder logarithmentafel drie menschen over „eeue sloot te zetten." De regels voor het schaakspel van den oorlog ademen dan ook dezen geest. In 1824 maakte de luitenant von Reisswitz zijne regels voor het „krijgsspel" bekend. Dit spel berust op ongeveer dezelfde grondslagen als de tegenwoordige tactische oefeningen op de kaart. Men moest evenwel steeds zijn toevlucht zoeken in de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 314