304 op te klimmen tot grootere afdeelingen, eerst bestaande uit één wapen, daarna uit meerdere wapens. Deze laatste oefeningen zullen een even groot nut hebben voor jonge officieren, omdat zij dan een commando kunnen krijgen over eene afdeeling, waar over zij in een hoogeren rang meermalen het bevel moeten voeren en waarmede zij zich dus nu reeds eenigszins vertrouwd kun nen maken. Toen in 1824 het krijgsspel van von Reisswitz zich baan moest- breken, verklaarden velen zich er tegen, omdat, zooals zij be weerden, de pract-ijk van het krijgsspel de jonge officieren geheel zou bederven. „Indien gij hun brigades en divisiën laat leiden", zeide men, „zullen zij al dadelijk een zeer hoog denkbeeld van „zich zelf krijgen als generalissimus en zullen zij de details van „den compagnies-dienst beschouwen als iets, waarboven zij ver beven zijn". Gelukkig zijn wij nu boven dergelijke denkbeelden verheven en is men in den tegenwoordigen tijd vrijer in zijn denken en spreken dan vroeger. Toch geeft de Algemeene Order 1896 No. 57, sprekende over de tactische oefeningen nog aan: „Het „geven van opdrachten is hierbij zeer aan te bevelen, waarop „voor oogen dient te worden gehouden, dat deze in overeen stemming behooren te zijn met den tegenwoordigen dan wel den „eerstvolgenden hoogeren rang van den betrokken officier." Dit is m.i. zeer te bejammeren, want al zal het uit een militair oog punt niet goed mogelijk wezen een officier met een opdracht te belasten, waardoor een hooger in rang zijnde onder hem wordt, geplaatst, toch blijft het zeer nuttig ook dien eerstgenoemden opdrachten te geven over gecombineerde troepenafdeelingen. Dit nut bestaat niet alleen voor dien persoon zelf, zooals uit het bovenvermelde reeds is gebleken, maar ook voor den ouderen en hooger in rang zijnden officier. Deze behoeft dan desnoods niet persoonlijk betrokken te zijn in de oefening, maar hij kan door het maken en aanhooren van opmerkingen nog veel leeren. Officieren van denzelfden rang, doch van verschillende anciënniteit kunnen m.i. zonder eenig bezwaar beurtelings onder elkander's commando worden gesteld. Hoewel dus m.i. nog enkele wijzigingen zouden kunnen wor den aangebracht in de wijze, waarop de tactische oefeningen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 318