310 en te gelasten, dat die cavalerie onder bevel van den colonne commandant wordt gesteld (zelfstandige cavalerie) moet beslist onjuist worden genoemd. De indeeling van zelfstandige- en voorhoede-cavalerie dóór den colonne-commandant berust op gronden, die den voorhoede-com mandant niet altijd bekend zullen zijn. Van dergelijke, eenmaal gegeven bevelen af te wijken mag niet toegestaan worden. Een zoodanige handelwijze kan ook bepaald niet gerekend worden te behooren tot de gevallen, waarin omstandigheden den colonne-commandant niet bekend of niet tijdig bekend te maken afwijking van gegeven bevelen op eigen initiatief aan de onder bevelhebbers toestaan, ja dikwijls zelfs van hen eischen. In het belang der zaak en in dat van de toekomstige voor hoede-commandanten hoop ik dan ook, dat een dergelijk bevel nooit gegeven zal worden. Eveneens acht ik het voor commandanten van voorhoede-cava lerie raadzaamook als het terrein hun gunstig is—geen verzoeken aan den commandant der voorhoede te richten, om als zelfstan dige cavalerie te mogen optreden. Zij zijn verplicht te weten, dat de indeeling als voorhoede- of als zelfstandige cavalerie niet alleen afhankelijk is van het terrein en moeten bovendien er van doordrongen zijn, dat de afstanden, in de voorschriften aan gegeven, slechts dienen om' de gedachten te bepalen en een door de omstandigheden geboden afwijken van de opgegeven getallen niet behoeft gelast of gevraagd te worden. Hun taak is het zoo goed mogelijk te voldoen aan de eischen, die men aan de voor hoede-cavalerie mag stellen. Alleen een slecht aanvoerder houdt zich angstvallig aan de in de normaal schema's vermelde getalletjes vast en ziet, zooals ik reeds in mijn vorig opstel aangaf, door de boomen het bosch niet meer. Alleen een niet voor zijn taak geschikt bevelhebber zal in de plaats van de vraag: „heeft mijn voorhoede-cavalerie mij goed beveiligd en waar mogelijk mij van goede berichten voorzien de vraag stellen„heeft mijn voorhoede-cavalerie zich wel aan de in de voorschriften aangegeven normaal afstanden gehouden?" Wee het volk, dat in oorlogstijd zijn belangen moet toever trouwen aan bevelvoerders, die liever aan de hand van de nor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 324